2# Regelkringen: leven is regelen

• Biologie
• WO
• Studiejaar 5

2# Regelkringen: leven is regelen

Leerdoelen

1. je kunt het begrip homeostase uitleggen en je kunt twee voorbeelden geven uit het menselijk lichaam.
2. Je kunt een regelkring lezen en bepalen welke oorzaak-gevolg relaties erin zitten.
3. Je kunt op basis van een beschrijving een regelkring tekenen. 

Homeostase

Homeostase is een proces, waarbij organismen het inwendig milieu in evenwicht houden, ondanks veranderingen in de omgeving waarin het organisme zich bevindt. 

Regelkringen zijn gericht op het aanpassen/bijsturen van een orgaan ten bate van de homeostase.

Homeostase betekent dat de omstandigheden in het interne milieu gelijk worden gehouden aan die in het externe milieu.

1. juist
2. onjuist

Homeostase door de lever

www.bioplek.org

Negatieve terugkoppeling

In het hormoonstelsel is sprake van negatieve terugkoppeling. Wat is de functie van negatieve terugkoppeling?

1. Het meten van de omstandigheden in het externe milieu
2. Het meten van de omstandigheden in het interne milieu
3. Het stabiel houden van de omstandigheden in het externe milieu
4. Het stabiel houden van omstandigheden in het interne milieu

Positieve of negatieve terugkoppeling?

1. Positief want er staan meer plusjes dan minnetjes
2. Negatief want hormoon Q remt via via zijn eigen aanmaak
3. Positief want hormoon P en Q stimuleren beide iets

Bij een regelkring kan positieve terugkoppeling plaatsvinden. Waarom komt deze vorm
bijna niet voor bij homeostase?

1. Door positieve terugkoppeling schommelt de waarde van het interne milieu niet om een bepaalde norm.
2. Door positieve terugkoppeling wordt niet alleen het interne milieu geregeld maar ook het externe milieu.
3. Positieve terugkoppeling werkt niet met hormonen en het zenuwstelsel.
4. Positieve terugkoppeling heeft geen invloed op het interne milieu.

www.bioplek.org

Wat is voor de eilandjes van Langerhans (die insuline produceren) de prikkel voor het afgeven van insuline aan het bloed?

1. een hoge glucose-concentratie van het bloed
2. een lage glucose-concentratie van het bloed
3. een hoge glucagon-concentratie van het bloed
4. een lage glucagon-concentratie van het bloed