Extra oefeningen n.a.v. de toets

Extra oefenen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1,2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Extra oefenen

Slide 1 - Slide

Wat kan ik?
  • Ik ken de seizoenen.
  • Ik kan een zin maken bij een foto.
  • Ik kan werkwoorden gebruiken in een zin.
  • Ik kan de tegenstellingen van dit thema herkennen en gebruiken.

Slide 2 - Slide

Extra oefenen
Vraag
Welke seizoenen ken je?

Slide 3 - Slide

Extra oefenen
Vraag
Welke seizoenen ken je?

Slide 4 - Slide

Vraag
Wat zie je?
Opdracht
Schrijf een zin. 
Doe het zo: 
activiteit + seizoen
De bomen krijgen weer bladeren in de lente.

Slide 5 - Slide

Vraag
Wat zie je?
Opdracht
Schrijf een zin. 
Doe het zo: 
activiteit + seizoen
De zon is heel warm in de zomer.

Slide 6 - Slide

Vraag
Wat zie je?
Opdracht
Schrijf een zin. 
Doe het zo: 
activiteit + seizoen
De bladeren vallen van de bomen in de herfst.

Slide 7 - Slide

Vraag
Wat zie je?
Opdracht
Schrijf een zin. 
Doe het zo: 
activiteit + seizoen
We schaatsen op het ijs in de winter.

Slide 8 - Slide

schijnen
Ik schijn
Jij schijnt
Hij / zij schijnt
----------------------------------
Wij schijnen
Jullie schijnen
Zij schijnen
Opdracht
Maak een zin. 
Bijvoorbeeld: De zon schijnt.

Slide 9 - Slide

regenen
Ik regen
Jij regent
Hij / zij regent
----------------------------------
Wij regenen
Jullie regenen
Zij regenen
Opdracht
Maak een zin. 
Bijvoorbeeld: De regen is nat.

Slide 10 - Slide

waaien
Ik waai
Jij waait
Hij / zij waait
----------------------------------
Wij waaien
Jullie waaien
Zij waaien
Opdracht
Maak een zin. 
Bijvoorbeeld: De wind waait hard.

Slide 11 - Slide

vriezen
Ik vries
Jij vriest
Hij / zij vriest
----------------------------------
Wij vriezen
Jullie vriezen
Zij vriezen
Opdracht
Maak een zin. 
Bijvoorbeeld: Het vriest in de winter.

Slide 12 - Slide

Welke zin hoort bij het plaatje?
A
De eend loopt op het ijs.
B
De kat zit op een tak in de boom.

Slide 13 - Quiz

het donker
het licht
Tegenstelling

Slide 14 - Slide

warm - koud
het licht
Tegenstelling

Slide 15 - Slide

groot - klein
het licht
Tegenstelling

Slide 16 - Slide

groot - klein
het licht
Vraag
Welke tegensltelling zie je?

Slide 17 - Slide

groot - klein
het licht
Vraag
Welke tegensltelling zie je?

Slide 18 - Slide

groot - klein
het licht
Vraag
Welke tegensltelling zie je?

Slide 19 - Slide


A
Dit is de lente.
B
Dit is de zomer.
C
Dit is de herfst.
D
Dit is de winter.

Slide 20 - Quiz

Maak een zin met het werkwoord: 'regenen'

Slide 21 - Open question

Wat is de tegenstelling?
A
rood - blauw
B
zon - ijs
C
vol - leeg
D
koud - warm

Slide 22 - Quiz

Pak je pen.

Slide 23 - Slide

Nu ga je zelf oefenen met de opdrachten op je werkblad.

Opdracht 1: Seizoen + zin maken.
Opdracht 2: Werkwoorden in zinnen.
Opdracht 3: Lezen + foto’s.
Opdracht 5: Tegenstellingen

Slide 24 - Slide

Ik ken de seizoenen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik weet wat tegenstellingen zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll