5.8 - Engelse werkwoorden, trema, apostrof

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

5.8

Spelling

Engelse werkwoorden

trema en apostrof

Nederlands

Stillezen

Engelse werkwoorden
Ik heb (paintballen)

1. gepaintbald
2. gepaintballd
3. gepaintballt
4. gepaintbalt

(Engelse werkwoorden)
Hij (timen - vt)

1. timde
2. timdde
3. timete
4. timede

Engelse werkwoorden

Hij ...(racen - vt).

1. Hij racte.
2. Hij racette.
3. Hij racde.
4. Hij racete.

(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)

1. barbecuedde
2. barbecuede
3. barbecuete
4. barbecuette

(Engelse werkwoorden)
Zij hebben (volleyballen)

1. gevolleybald
2. gevolleyballd

Wat is goed gespeld?

1. euro's
2. euros

Plaats zo nodig een trema of apostrof.

Wat is goed gespeld?

1. cliche
2. cliché

Hoe schrijf je onderstaand woord? Plaats zo nodig een trema, of apostrof!

gluhwein, huttenkase

1. gluhwein, huttenkase
2. gluh-wein, hutten-kase
3. gluh'wein, hutten'kase
4. glühwein, hüttenkäse

Hoe schrijf je onderstaand woord? Plaats zo nodig een trema, of apostrof!

cowboys

1. cowboys
2. cowboy's

Wat komt er op de plaats van het vraagteken?

Hamid printte zijn stage?verslag.

1. -n
2. -s
3. geen tussenletter

Wat komt er op de plaats van het vraagteken?

Mijn nichtje plukte een paarde?bloem.

1. -n
2. -s
3. geen tussenletter

Wat komt er op de plaats van het vraagteken?

Hij kocht zijn horloge bij een horloge?maker.

1. -n
2. -s
3. geen tussenletter

Wat voor gevoel heb je na deze les?

😒🙁😐🙂😃

Opdrachten 5.8