Leesvaardigheid en argumenteren 5 havo

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Maar eerst: wat is ook alweer een betoog?

Wat is het tekstdoel van een beschouwing?

En hoe noemen die derde tekstsoort ook alweer?

Wat zijn tekststructuren?

1. Logische opeenvolgingen van functies
2. Inleiding, middenstuk, slot
3. Standpunt, argument
4. Anekdote, uitleg, samenvatting

Hoofdstructuur van een tekst: zet de functies bij het juiste deel

Inleiding

Kern

Slot

Belangstelling wekken

Het onderwerp introduceren

Aankondigen hoe de tekst is opgebouwd

Aanleiding noemen

De lezer of luisteraar welwillend stemmen

Uitwerking van de deelonderwerpen

De belangrijkste informatie samenvatten

Een conclusie trekken

Een aanbeveling doen

Een afweging maken

Een oproep doen

Een uitsmijter noemen

Wat is géén vaste tekststructuur die je zou kunnen herkennen in een tekst?

1. verleden-heden-toekomststructuur
2. verklaringsstructuur
3. doel-middelstructuur
4. probleem-oplossingsstructuur

Wat hebben 'een signaalwoord' en 'een tekstverband' met elkaar te maken? Geef antwoord in een hele zin.

Geef drie voorbeelden van 'functiewoorden'

Ga nu naar Nieuw Nederlands

> Pagina 94-95

> Opdracht 3 - Tekst 3 'Zonnepanelen in de wei leggen is te makkelijk'

> We lezen in stilte de tekst: 5 minuten

Wat is het antwoord op vraag 3.1? (Functie van alinea 1)

1. aanleiding
2. anekdote
3. probleemstelling
4. vraagstelling

Formuleer nu het antwoord op vraag 3.3

Formuleer in eigen woorden het standpunt van alinea 3.

Antwoord op vraag 3.5?

Vraag 3.6 en 3.7 doen we klassikaal