7 Voorbereiding toets (7.1 & 7.2)

Economie
VMBO

Klas 2
1 / 50
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Economie
VMBO

Klas 2

Slide 1 - Slide

Voorbereiding voor de laatste toets dit jaar:  hoofdstuk 7
We gaan beginnen aan de voorbereiding voor de laatste toets dit jaar, de toets gaat over hoofdstuk 7.

Bereid het proefwerk goed voor door de lessen door te lezen en de lastige opdrachten nog een keer te maken.

Kun je de plusopdrachten (bladzijde 212 en 213) met gemak maken, 
dan ben je goed voorbereid voor het proefwerk 


Bestudeer de les goed en maak de oefenopgaven.

Slide 2 - Slide

Vandaag behandelen we de belangrijkste onderwerpen van hoofdstuk 7.1 "Import of Export?" en Hoofdstuk 7.2 "Wat doet de Europese Unie?"

Volgende keer gaan we verder met Hoofdstuk 7.3 "Hoe rijk zijn wij?" en Hoofdstuk 7.4 "Eerlijk zullen we alles delen!"

Slide 3 - Slide

Belangrijke onderwerpen
Reden voor Import / Export 

Reden voor Protectie
Voor en nadelen van Vrijhandel
Ontwikkelingssamenwerking

Slide 4 - Slide

Import Export
                                              Internationale handel

Importeren
is het kopen van goederen en diensten van andere landen.

Exporteren is het verkopen van goederen en diensten aan andere landen.

Slide 5 - Slide

Import Export
Reden om te Importeren:
- Wij hebben de producten niet zelf (bv. kokosnoten)
- Andere landen kunnen goedkoper produceren
Reden om te Exporteren:
- Meer verkopen dus meer afzet / omzet
- Dat betekent o.a. meer opbrengsten / winst
- En .. meer productie en dus meer werkgelegenheid

Slide 6 - Slide

Import Export


Als een land veel importeert en veel exporteert zeggen we dat het land een open economie heeft.

Heeft Nederland een open of een gesloten economie?

Slide 7 - Slide

Vervoer
Schip
Vliegtuig
Vrachtwagen

Wanneer gebruik je deze vervoermiddelen?
Geef 3 voorbeelden, bij elk vervoermiddel 1

Slide 8 - Slide

Zoek de juiste reden om te importeren
Ons land importeert onder andere de volgende producten.
  

1. T-shirt       2. Bananen       3. Olie en Gas

A. Komen in de Nederlandse bodem niet voor 
 B. Ons klimaat is er niet geschikt voor
C. Worden in andere landen goedkoper geproduceerd

Slide 9 - Slide

Protectie
De EU probeert Europese bedrijven te beschermen tegen concurrentie uit andere landen. Dit heet protectie.

Bij handel tussen EU-landen is protectie verboden.

Protectie is bijvoorbeeld een verbod op import- of invoerrechten.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Kortom:   protectie...
Voordeel:
Je hebt geen of minder concurrentie van landen die goedkoop kunnen produceren.

Nadeel:
Producten zijn duurder voor de consument. 

Slide 13 - Slide

Vrijhandel

Vrijhandel betekent dat je zonder beperkingen en zonder protectiemaatregelen met andere landen kan handelen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Vrijhandel
Voordeel:
Je kan je product ook makkelijk in
andere landen verkopen (meer omzet).

Nadeel:
Je hebt concurrentie van landen die goedkoop kunnen produceren.

Slide 16 - Slide

Vandaag behandelen we de belangrijkste onderwerpen van 
Hoofdstuk 7.3 "Hoe rijk zijn wij?" en Hoodstuk 7.4 "Eerlijk zullen we alles delen!"

Slide 17 - Slide

Belangrijke onderwerpen

Ontwikkelingslanden

Welvaart

Ontwikkelingssamenwerking

Slide 18 - Slide

Ontwikkelingslanden
Ontwikkelingslanden zijn landen met een grote economische achterstand.  Kenmerken van ontwikkelingslanden zijn:

veel armoede
een slechte gezondheidszorg
weinig onderwijs.

Slide 19 - Slide

Welvaart

De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien, noem je welvaart.

(Dus hoeveel je kan kopen)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

ontwikkelingssamenwerking

Hulpverlening om de welvaart in ontwikkelingslanden te vergroten, noem je ontwikkelingssamenwerking.

(Rijke landen helpen de arme landen)

Slide 22 - Slide

Soorten hulp

Er zijn twee soorten hulp aan ontwikkelingslanden.

1. Noodhulp: dit is hulp in noodsituaties.
2. Structurele hulp: dit is hulp om ontwikkelingslanden
 economisch zelfstandig te laten worden.

Slide 23 - Slide

Noodhulp
Bijvoorbeeld:
Eten
Tenten 
Medicijnen

Slide 24 - Slide

Structurele hulp
Bijvoorbeeld:
Onderwijs
Hulp bij betere landbouw 

Slide 25 - Slide

Oefenvragen:
Hoofdstuk 7.1 "Import of Export?" 
Hoofdstuk 7.2 "Wat doet de Europese Unie?"

Slide 26 - Slide

Import of export?
"Action" koopt producten uit China

A
Import
B
Export

Slide 27 - Quiz

Wanneer heeft een land een open economie?
A
weinig import en veel export
B
weinig import en weinig export
C
veel import en weinig export
D
veel import en veel export

Slide 28 - Quiz

Noem 2 redenen om te importeren.

Slide 29 - Open question

Als een land meer gaat exporteren
A
Stijgt de werkgelegenheid
B
Daalt de werkgelegenheid

Slide 30 - Quiz

Als een land goederen en of diensten exporteert
A
Komt er meer geld binnen
B
Komt er minder geld binnen

Slide 31 - Quiz

Protectie betekent: maatregelen van de overheid waardoor de import van producten wordt
A
bevorderd
B
belemmerd

Slide 32 - Quiz

Noem een protectiemaatregel.

Slide 33 - Open question

Protectie is toegestaan bij handel tussen EU landen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Vrijhandel betekend dat je
A
Geen belasting hoeft te betalen bij invoer
B
Dat je extra belasting moet betalen bij invoer

Slide 35 - Quiz

Noem een voordeel en een nadeel van vrijhandel.

Slide 36 - Open question

Oefenvragen:
Hoofdstuk 7.3 "Hoe rijk zijn wij?" 
Hoofdstuk 7.4 "Eerlijk zullen we alles delen!"

Slide 37 - Slide

Noem 2 kenmerken van een ontwikkelingsland.

Slide 38 - Open question

De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien noem je
A
Welzijn
B
Welvaart

Slide 39 - Quiz

Omschrijf wat ontwikkelingssamenwerking is

Slide 40 - Open question

Noem 2 soorten hulp aan ontwikkelingslanden

Slide 41 - Open question

Noem een voorbeeld van noodhulp

Slide 42 - Open question

Noem een voorbeeld van structurele hulp

Slide 43 - Open question

Het gaat lukken !!!

Slide 44 - Slide

Extra lesstof leerlingen

Extra lesstof voor GL leerlingen

Slide 45 - Slide

Nationaal inkomen


Het nationaal inkomen is het totaal inkomen van alle inwoners van een land bij elkaar geteld.

Slide 46 - Slide

Inkomen per hoofd berekenen

Voorbeeld:

Australie heeft een nationaal inkomen van € 1.149 miljard .
Er zijn 22,8 miljoen inwoners. Schrijf de getallen voluit.
1.149 miljard = 1.149.000.000.000
22,8 miljoen = 22.800.000
€ 1.149.000.000.000 ÷ 22.800.000 = € 50.395 per inwoner (afgerond)

Slide 47 - Slide

Inkomen per hoofd van de bevolking



Het inkomen per hoofd van de bevolking is het gemiddelde inkomen per inwoner.

Inkomen per hoofd = Nationaal inkomen / Aantal inwoners

Slide 48 - Slide

Een land heeft een nationaal inkomen van 12 miljard euro. Het land heeft 9 miljoen inwoners.

Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking.

Slide 49 - Open question

Geef de formule voor de berekening van het inkomen per hoofd van de bevolking.

Slide 50 - Open question