Examentraining Frans VWO

Bonjour!
Wat je vandaag nodig hebt:
- marker/ gekleurde pen
- kopie tekst 
- schrift/blaadje
-woordenboek FN (voor examen ook woordenboek NN)

1 / 53
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour!
Wat je vandaag nodig hebt:
- marker/ gekleurde pen
- kopie tekst 
- schrift/blaadje
-woordenboek FN (voor examen ook woordenboek NN)

Slide 1 - Slide

Leesvaardigheid
Tips & Tricks

Slide 2 - Slide

Wat zijn je verwachtingen van het examen Frans?

Slide 3 - Open question

Leesvaardigheid tips & tricks


Basisidee: ook zonder dat je de woorden hoeft te vertalen (of te kennen) kun je al heel veel informatie uit een tekst halen. 


Slide 4 - Slide

Leesvaardigheid tips & tricks
Je leert:

- hoe je een tekst kunt doorgronden en hoe je je kunt focussen op alleen dié informatie die nodig is om je vraag te beantwoorden
- hoe je de verschillende typen examenvragen moet aanpakken

Slide 5 - Slide

Leesvaardigheid tips & tricks
Basis: Wat wil het CITO?
  • Grote lijn van het verhaal kunnen volgen
  • Signaalwoorden herkennen en analyseren
  • Mening van "experts" begrijpen
  • Voorbeelden herkennen

Als dit allemaal redelijk lukt: 5,5 à 6 

Slide 6 - Slide

Leesvaardigheid tips & tricks
Hoger cijfer dan een 6: 
wordt bepaald door vocabulairekennis en analytisch denken 

(bijvoorbeeld: foute antwoorden herkennen, typen vragen herkennen, signaalwoorden gespot)

Slide 7 - Slide

Leesvaardigheid tips & tricks
Hoger cijfer dan een 6: 
wordt bepaald door vocabulairekennis en analytisch denken 

(bijvoorbeeld: foute antwoorden herkennen, typen vragen herkennen, signaalwoorden gespot)

Slide 8 - Slide

Leesvaardigheid tips & tricks
Basisidee:

Je start bij de vragen, dan pas ga je naar de tekst.

Dus:
vraag - stukje tekst - vraag - stukje tekst - vraag - etc.

Slide 9 - Slide

Leesvaardigheid tips & tricks
Systematisch stappenplan voor elk type vraag

1) ABCD-vraag (multiple-choice)
2) Beweringsvraag (ja/nee of waar/niet waar)
3) Gatenvraag op tekstverband (signaalwoord invullen)
4) Gatenvraag op vocabulaire (context)
5) Open vraag (ook: "Schrijf de eerste twee woorden uit zin...")

Slide 10 - Slide

DE 3 HOOFDPUNTEN
Denk bij ELKE opdracht:

Punt 1: DE VRAAG:
a) Had je door welke vraag het was?
b) Welke strategie heb je daarvoor geleerd?
c) Heb je die goed toegepast?

Slide 11 - Slide

DE 3 HOOFDPUNTEN
Denk bij ELKE opdracht:

Punt 2: DE TEKST
a) Waren er signaalwoorden?
b) Wat vertelden je die?
c) Heb je er goed mee geredeneerd?

Slide 12 - Slide

DE 3 HOOFDPUNTEN
Denk bij ELKE opdracht:

Punt 3: HET ANTWOORD
a) Heb je een antwoord gekozen waarvan je bijna zeker kon weten dat het fout was?
b) Hoe zie je dat?

Slide 13 - Slide

Nu: oefenen & toepassen

Texte  'L'espèce humaine doit cesser de surestimer'
(blz. 249-252)



Slide 14 - Slide

Vraag 18, wat voor soort vraag is dit?
A
ABCD-vraag
B
Beweringsvraag
C
Gatenvraag
D
Open vraag

Slide 15 - Quiz

Stappenplan ABCD-vraag
1. Titel, plaatje, intro --> Grote Lijn
2. Lees de vraag + markeer de alinea
(Kijk of er nuttige info IN de vraag staat)
3. Lees de tekst, markeer de signaalwoorden en :
4. Onzinantwoorden eruit!!
5. Hoe vaak komt het antwoord voor? Kloppen ALLE elementen? Past het in de Grote Lijn?

Slide 16 - Slide

1. Wat is de grote lijn van deze tekst?

Slide 17 - Open question

2. De vraag is duidelijk, geen extra info



lees nu alinea 1 en zoek de signaalwoorden

Slide 18 - Slide

3. Signaalwoorden uit de alinea

Slide 19 - Mind map

4. Zit er een onzinantwoord tussen?



Slide 20 - Slide

4. In welke antwoord zit een woord dat iets fout maakt?
A
vraag A
B
vraag B
C
vraag C
D
vraag D

Slide 21 - Quiz

5. Wat past nu het beste bij de Grote Lijn?
A
antwoord A
B
antwoord B
C
antwoord C
D
antwoord

Slide 22 - Quiz

Vraag 19, wat voor soort vraag is dit?
A
ABCD-vraag
B
Beweringenvraag
C
Gatenvraag
D
Gatenvraag op signaalwoord

Slide 23 - Quiz

Stappenplan Beweringenvraag
Herkennen: de antwoorden zijn genummerd!
1. Lees de antwoorden + streep je zoekterm aan
- Namen,  plaatsen
- Alles wat je in een cijfer kunt uitdrukken
- 'Internationale' woorden
- Of... iets dat jij herkent
2. Bij signaalwoorden staan de antwoorden!
3. Lukt het niet?--> Check woorden die antwoorden fout maken + Past het in de Grote Lijn?

Slide 24 - Slide

1. Welke zoekterm ga je gebruiken voor bewering 1?

Slide 25 - Mind map

2. Signaalwoorden uit de alinea

Slide 26 - Mind map

1. Welke zoekterm ga je gebruiken voor bewering 2?

Slide 27 - Mind map

Vraag 19: Wat is het juiste antwoord?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 28 - Quiz

Vraag 20, wat voor soort vraag is dit?
A
ABCD-vraag
B
Beweringsvraag
C
Gatenvraag
D
Open vraag

Slide 29 - Quiz

Maak nu vraag 20+21

Slide 30 - Slide

Stappenplan ABCD-vraag
1. Titel, plaatje, intro --> Grote Lijn
2. Lees de vraag + markeer de alinea
(Kijk of er nuttige info IN de vraag staat)
3. Lees de tekst, markeer de signaalwoorden en :
4. Onzinantwoorden eruit!!
5. Hoe vaak komt het antwoord voor? Kloppen ALLE elementen? Past het in de Grote Lijn?

Slide 31 - Slide

3. Signaalwoorden uit de alinea

Slide 32 - Mind map

4. Zit er een onzinantwoord tussen?



Slide 33 - Slide

Vraag 20: Wat is het juiste antwoord?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 34 - Quiz

Vraag 21: Wat is het juiste antwoord?
A
C
B
D
C
B
D
A

Slide 35 - Quiz

Vraag 22, wat voor soort vraag is dit?
A
ABCD-vraag
B
Beweringenvraag
C
Gatenvraag
D
Gatenvraag op signaalwoord

Slide 36 - Quiz

Maak nu vraag 22

Slide 37 - Slide

Stappenplan Beweringenvraag
Herkennen: de antwoorden zijn genummerd!
1. Lees de antwoorden + streep je zoekterm aan
- Namen,  plaatsen
- Alles wat je in een cijfer kunt uitdrukken
- 'Internationale' woorden
- Of... iets dat jij herkent
2. Bij signaalwoorden staan de antwoorden!
3. Lukt het niet?--> Check woorden die antwoorden fout maken + Past het in de Grote Lijn?

Slide 38 - Slide

Vraag 23, wat voor soort vraag is dit?
A
ABCD-vraag
B
Beweringsvraag
C
Gatenvraag
D
Gatenvraag op signaalwoord

Slide 39 - Quiz

Stappenplan Gatenvraag op signaalwoord
De vraag is: hoe verhoudt zich deze zin/alinea tot de vorige?
1. Staat het antwoord voor 'voorbeeld' erbij?
2. Is het een tegenstelling? (check positief/negatief)
3. Heb je nog geen antwoord? -->
- Vertaal de zinnetjes (een beetje)
- Zet elk signaalwoord ertussen
- Klinkt het logisch?

Slide 40 - Slide

Vertaal de signaalwoorden: aussi
A
ook
B
desalniettemin
C
kortom
D
anderzijds

Slide 41 - Quiz

Vertaal de signaalwoorden: d'abord
A
vervolgens
B
desalniettemin
C
ten slotte
D
eerst

Slide 42 - Quiz

Vertaal de signaalwoorden: pourtant
A
toch
B
en daarom
C
dus
D
bovendien

Slide 43 - Quiz

1. Staat er een voorbeeld bij de antwoorden van vraag 23?
A
ja
B
nee

Slide 44 - Quiz

2. Is het missende woord een tegenstelling? (Of zie je pos/neg woorden in de alinea?)
A
ja
B
nee

Slide 45 - Quiz

Wat is het juiste antwoord?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 46 - Quiz

Nu: oefenen & toepassen

Texte  "La grande misère paysanne'" (blz.261-262)



Slide 47 - Slide

Stappenplan ABCD-vraag
1. Titel, plaatje, intro --> Grote Lijn
2. Lees de vraag + markeer de alinea
(Kijk of er nuttige info IN de vraag staat)
3. Lees de tekst, markeer de signaalwoorden en :
4. Onzinantwoorden eruit!!
5. Hoe vaak komt het antwoord voor? Kloppen ALLE elementen? Past het in de Grote Lijn?

Slide 48 - Slide

Stappenplan Beweringenvraag
Herkennen: de antwoorden zijn genummerd!
1. Lees de antwoorden + streep je zoekterm aan
- Namen,  plaatsen
- Alles wat je in een cijfer kunt uitdrukken
- 'Internationale' woorden
- Of... iets dat jij herkent
2. Bij signaalwoorden staan de antwoorden!
3. Lukt het niet?--> Check woorden die antwoorden fout maken + Past het in de Grote Lijn?

Slide 49 - Slide

Stappenplan Echte gatenvragen
1. Lees tot het gat + 1 zin
2. Signaalwoorden: dus... (reden voor gat)
 maar .. (tegengestelde van gat)
bijv.... (voorbeeld voor gat)
... (na dubbele punt staat inhoud van gat)
Verwijswoorden: Dit is.. (dan staat dus in de zin wat ervoor dit is
3. Positief/negatief
4. GOKKEN op de Grote Lijn

Slide 50 - Slide

Stappenplan Open Vragen
Besteed tijd aan het lezen van de vraag!
1. Leer ik nog iets nuttigs over de inhoud van de tekst?
2. Wat willen ze weten? (welke vraag --> functie signaalwoord)
- Waarom? --> reden/doel
- Noem 2/3 (de andere)? --> opsomming
- Tegenspreken, kritiek? --> tegenstelling
- Verandering? --> tijd/tegenstelling
- Tijdsaanduiding? --> tijd
3. Hoe moet ik het precies opschrijven?

Slide 51 - Slide

Wat is jouw gevoel over het examen Frans?
😒🙁😐🙂😃

Slide 52 - Poll

Vragen?

Slide 53 - Slide