Thema 2 tussentest

1 / 21
next
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Wat is de functie van de zaadleider in het voortplantingsstelsel van de man?
A
Slaat zaadcellen op
B
Vervoert de zaadcellen
C
Ontstaan zaadcellen
D
Voegen zaadvocht toe

Slide 2 - Quiz

Drie delen van het voortplantingsstelsel van de man zijn: de urinebuis, een zaadleider en een zwellichaam. Welk van deze delen kan zowel urine als sperma vervoeren?

A
urinebuis
B
zaadleider
C
zwellichaam

Slide 3 - Quiz

In de afbeelding worden onder andere enkele delen van het voortplantingsstelsel van de man weergegeven.

Productie van zaadcellen is letter:
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 4 - Quiz

In de afbeelding hiernaast staan de organen van het mannelijk voortplantingsstelsel. Er staan vijf organen aangegeven met een cijfer.

Sleep de onderstaande namen achter het juiste cijfer
teelbal
zwellichaam
prostaat
zaadblaasje
bijbal

Slide 5 - Drag question

Welk onderdeel van het voortplantingsstelsel van de vrouw maakt geslachtshormonen?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Eierstok
D
Clitoris

Slide 6 - Quiz

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend.

Wat is de functie van deel P?
A
Dit deel vangt prikkels op die leiden tot een orgasme.
B
Dit deel vangt spermacellen op.
C
Dit deel zorgt voor de menstuatie.
D
In dit deel vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.

Slide 7 - Quiz

In welk deel van het vrouwelijk voortplantingsstelsel kan bevruchting plaatsvinden?
A
In de vagina
B
In de eileider
C
In de baarmoeder
D
In de eierstokken

Slide 8 - Quiz

In dit deel van het voortplantingsstelsel van de vrouw liggen eicellen
A
Eileider
B
Eierstokken
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 9 - Quiz

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
baarmoedermond
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 10 - Drag question

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
Opdracht: Verschuif de woorden in de blauwe vakken naar het juiste rode vak.
Penis
Borsten
Baard in de keel
Grote schaamlippen
Vagina
Bredere heupen
Balzak
Toename spiermassa
Baardgroei

Slide 11 - Drag question

Het mannelijk geslachtshormoon is...
A
testosteron
B
oestrogeen

Slide 12 - Quiz

Wat wordt er afgebroken bij de menstruatie?
A
De baarmoeder
B
Bloed
C
Het baarmoederslijmvlies
D
De eicel

Slide 13 - Quiz

Innesteling
Ovulatie
Menstruatie

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Link

Wie is het grootst: eicel of zaadcel?
Waarom?
A
Zaadcel. Zo kan hij sneller bewegen.
B
Zaadcel. Hij bevat reservevoedsel.
C
Eicel. Zo kan zij sneller bewegen.
D
Eicel. Zij bevat reservevoedsel

Slide 16 - Quiz

Hoe noemen we een 'kindje' na 3 maanen zwangerschap?
A
Kindje
B
Embryo
C
Foetus
D
Baby

Slide 17 - Quiz

Wat is de functie van de placenta?

Slide 18 - Open question


    eisprong

 eicelrijping

innesteling

celdeling

 bevruchting

Slide 19 - Drag question

Welke prenatale onderzoek(en) geven risico voor de baby?
A
Echo en NIPT
B
NIPT en vlokkentest
C
Vlokkentest en vruchtwaterpunctie
D
Echo en vruchtwaterpunctie

Slide 20 - Quiz

Een baby groeit in de baarmoeder van een vrouw.

Zet de namen bij de genummerde delen.
vagina
afvalstoffen
voedingsstoffen
zuurstof
embryo
baarmoederwand
placenta

Slide 21 - Drag question