Paragraaf 9.1 vragen

De Nederlandse staat
Onze vertegenwoordigers
De kabinetsformatie
Strijd tussen Staten-Generaal en regering
9.1
9.2
9.3
9.4
1 / 30
next
Slide 1: Drag question
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De Nederlandse staat
Onze vertegenwoordigers
De kabinetsformatie
Strijd tussen Staten-Generaal en regering
9.1
9.2
9.3
9.4

Slide 1 - Drag question

antwoorden - begrippen - 9.1 De Nederlandse staat
1 De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.

Slide 2 - Slide

De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.
Gemeentebestuur
Provinciale staten
Tweede en Eerste Kamer
Europese Unie
Staatsinrichting
Gemeentelijke overheid
De provinciale overheid
Landsbestuur
Europese regering

Slide 3 - Drag question

Gemeentebestuur
A
de gemeentelijke overheid
B
de provinciale overheid
C
het landsbestuur
D
De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.

Slide 4 - Quiz

Staatsinrichting
A
de gemeentelijke overheid
B
de provinciale overheid
C
het landsbestuur
D
De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.

Slide 5 - Quiz

Provinciale staten
A
de gemeentelijke overheid
B
de provinciale overheid
C
het landsbestuur
D
De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.

Slide 6 - Quiz

De Tweede en de Eerste kamer
A
de gemeentelijke overheid
B
de provinciale overheid
C
het landsbestuur
D
De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.

Slide 7 - Quiz

Tweede en Eerste Kamer
A
Staatsinrichting
B
gemeentebestuur
C
provinciale staten
D
landsbestuur

Slide 8 - Quiz

De inrichting van het bestuur van een staat (land)
A
Staatsinrichting
B
gemeentebestuur
C
provinciale staten
D
landsbestuur

Slide 9 - Quiz

antwoorden - toepassinsgvragen - 9.1 De Nederlandse staat
4 Dat is dichter bij. Je omgeving ken je. 
5 Afhankelijk van de provincie waarin leerlingen wonen.

Slide 10 - Slide

Gemeentelijke overheid, de provinciale overheid, het landsbestuur en de Europese regering zijn de bestuurslagen van de Nederlandse staatsinrichting.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Provinciale overheid
A
Staatsinrichting
B
gemeentebestuur
C
provinciale staten
D
landsbestuur

Slide 12 - Quiz

De gemeentelijke overheid
A
Staatsinrichting
B
gemeentebestuur
C
provinciale staten
D
landsbestuur

Slide 13 - Quiz

De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.
Gemeentebestuur
Provinciale staten
Tweede en Eerste Kamer
Europese Unie
Staatsinrichting
Gemeentelijke overheid
De provinciale overheid
Landsbestuur
Europese regering

Slide 14 - Drag question

Gemeentelijke overheid, de provinciale overheid, het landsbestuur en de Europese regering zijn de bestuurslagen van de Nederlandse staatsinrichting.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.
Gemeentebestuur
Provinciale staten
Tweede en Eerste Kamer
Europese Unie
Staatsinrichting
Gemeentelijke overheid
De provinciale overheid
Landsbestuur
Europese regering

Slide 16 - Drag question

De gemeentelijke overheid
A
Staatsinrichting
B
gemeentebestuur
C
provinciale staten
D
landsbestuur

Slide 17 - Quiz

Provinciale overheid
A
Staatsinrichting
B
gemeentebestuur
C
provinciale staten
D
landsbestuur

Slide 18 - Quiz

De inrichting van het bestuur van een staat (land)
A
Staatsinrichting
B
gemeentebestuur
C
provinciale staten
D
landsbestuur

Slide 19 - Quiz

Tweede en Eerste Kamer
A
Staatsinrichting
B
gemeentebestuur
C
provinciale staten
D
landsbestuur

Slide 20 - Quiz

De Tweede en de Eerste kamer
A
de gemeentelijke overheid
B
de provinciale overheid
C
het landsbestuur
D
De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.

Slide 21 - Quiz

Provinciale staten
A
de gemeentelijke overheid
B
de provinciale overheid
C
het landsbestuur
D
De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.

Slide 22 - Quiz

Staatsinrichting
A
de gemeentelijke overheid
B
de provinciale overheid
C
het landsbestuur
D
De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.

Slide 23 - Quiz

Gemeentebestuur
A
de gemeentelijke overheid
B
de provinciale overheid
C
het landsbestuur
D
De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.

Slide 24 - Quiz

Zonder burgers kan er ook een staat zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

In een staat is er een bepaald gezag dat over de burgers heerst namelijk de regering.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

In Nederland hebben we 3 bestuurslagen
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Een staat is een gemeenschap van mensen (burgers)
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

In Nederland hebben we 1 bestuurslaag
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

antwoorden - kennisvragen - 9.1 De Nederlandse staat
2 Gemeenschap van mensen; een bepaald grondgebied met grenzen; bepaald gezag dat over de burgers heerst.
3 Gemeentebestuur, provinciale staten, landsbestuur, Europese regering.

Slide 30 - Slide