Jongeren oefentoets


Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Cultuur heeft te maken met je aangeboren eigenschappen
2. Door cultuur leer je de gewoonten van je groep kennen
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist
1 / 28
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Cultuur heeft te maken met je aangeboren eigenschappen
2. Door cultuur leer je de gewoonten van je groep kennen
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 1 - Quiz


Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Socialisatie heeft te maken met de groep of samenleving waarin je opgroeit
2. Socialisatie kan bewust en onbewust plaats vinden
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 2 - Quiz


Voor veel Nederlanders is het moeilijk om Chinees te leren, omdat:
A
taal een aangeboren eigenschap is
B
Chinees veel moeilijker is dan bijvoorbeeld Japans of Arabisch
C
zij niet opgevoed zijn met de Chinese taal
D
je een taal vooral onbewust aanleert

Slide 3 - Quiz

vraag 16
Socialisatie betekent dat mensen:
A
kenmerken van een groep aan nemen
B
allemaal de zelfde normen en waarden aanleren
C
verschillende culturen leren kennen
D
alle aangeboren eigenschappen afleren

Slide 4 - Quiz

vraag 17
Eigenschappen zijn aangeboren of aangeleerd. Je...........is vooral aangeleerd. Welk woord of woorden kun je hier invullen?
A
muzieksmaak
B
technisch inzicht
C
taalgevoel
D
voetbaltalent

Slide 5 - Quiz

vraag 18
Welk gedrag van de mens is aangeboren?
A
Mensen durven niet naakt over straat te lopen, lokaal is het heel warm buiten
B
Een baby huilt, want hij heeft een vieze luier
C
een meisje huilt, omdat ze niet met de jongens mee mag voetballen
D
Een jongen krijgt tranen in zijn ogen als hij hoort dat hij een onvoldoende heeft

Slide 6 - Quiz

vraag 19
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1 Door socialisatie leer je welk gedrag anderen van jou verwachten
2.Socialisatie en cultuur staan los van elkaar
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 7 - Quiz

vraag 20
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Socialisatie is het aanleren van kenmerken als waarden, normen en gewoonten
2. Socialisatie gaat bewust en onbewust
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 8 - Quiz

vraag 21
Veel organisaties hebben invloed op iemands waarden, normen en gedrag. Welke is het belangrijkste voor kleine kinderen?
A
het gezin
B
de media
C
het geloof
D
de overheid

Slide 9 - Quiz

vraag 22
Vanaf welke leeftijd start socialisatie?

A
Vanaf 18, want dan ben je meerderjarig
B
Vanaf 4 jaar, want dan ga je naar school
C
Vanaf de geboorte
D
Vanaf het moment dat een kind kan praten en anderen verstaat

Slide 10 - Quiz

vraag 23
Welke zinnen zijn juist?
socialisatie zorgt onder andere voor:
1. hoe iemand met zijn familie omgaat
2. aangeboren eigenschappen
3. het aanleren van kenmerken van een groep, zoals waarden en normen
A
1 en 2 zijn juist
B
2 en 3 zijn juist
C
1 en 3 zijn juist
D
1, 2 en 3 zijn juist

Slide 11 - Quiz

vraag 24

Welke uitspraak past het beste bij de nurture-aanhangers?

A
Zonder aanleg word je geen wereld kampioen
B
Door hard te trainen kun je in de sport heel ver komen
C
Voetbaltalent is aangeboren, dat kun je nauwelijks aanleren
D
Ook al train je elke dag, zonder talent word je geen topvoetballer

Slide 12 - Quiz

vraag 25

Welke woorden ontbreken in beide zinnen?
1. Door het maken van wetten heeft de overheid invloed op.................
2. In gezinnen dragen de oudere kinderen bij aan ..............van de jongere kinderen
A
de cultuur
B
het werk
C
de socialisatie
D
de aangeboren eigenschappen

Slide 13 - Quiz

vraag 26
zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Nature-aanhangers leggen de nadruk op het aanleren en afleren van zaken
2. Volgens nurture-aanhangers is agressie vooral een aangeboren eigenschap
A
1 is juist , 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 14 - Quiz

vraag 27
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Bij socialisatie leer je je te gedragen volgens de regels van een groep of samenleving
2. School, werk en media zijn voorbeelden van organisaties die invloed hebben op je gedrag
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beiden onjuist

Slide 15 - Quiz

vraag 28

Wat is een voorbeeld van rolgedrag?

A
een stoere jongen die huilt
B
een strenge politieagent
C
een vriend die jou belazert
D
een sporter die rookt

Slide 16 - Quiz

vraag 29

zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. De meeste mensen hebben een hekel aan hun verschillende rollen
2. In het dagelijks leven speelt iedereen maximaal twee rollen
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beiden onjuist

Slide 17 - Quiz

vraag 30
Wat voor de een normaal is, is voor de ander raar. Dat heeft onder andere te maken met de groep waar je bij hoort. Maar ook met ....................
Welke woorden ontbreken?
A
de regels van de wet
B
de cultuur waarin je leeft
C
de groepsdruk die de regering oplegt
D
de ontwikkeling van je hersenen

Slide 18 - Quiz

vraag 31

Door roldoorbrekend gedrag:
A
verandert de beeldvorming over iemand
B
onderdrukt iemand zijn aangeboren eigenschappen
C
wordt sociale controle mogelijk
D
ontstaan gewoonten

Slide 19 - Quiz

vraag 32
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. "ik begrijp echt niet waarom ze steeds bushokjes vernielen" dit is een voorbeeld van tolerantie
2. "iemand die tolerant is keurt asociaal gedrag goed"
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 20 - Quiz

vraag 33
Jongeren groeten elkaar op een eigen manier, bijvoorbeeld door te 'boksen' dat is een voorbeeld van een:
A
groepsnorm
B
waarde
C
tijdloze norm
D
generatieconflict

Slide 21 - Quiz

vraag 34

waarden zijn:
A
voor iedereen in een samenleving hetzelfde
B
kunnen tussen mensen verschillen
C
staan in de wet
D
zijn onafhankelijk van groepsnormen

Slide 22 - Quiz

vraag 35
zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Generatieconflicten hebben te maken met verschillen in normen en waarden
2. Generatieconflicten vinden ook plaats tussen jongeren onderling
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 23 - Quiz

vraag 36
identificatie:

A
zie je alleen bij jonge mensen die willen voldoen aan groepsdruk
B
is het zelfde als imitatie
C
betekent dat je kenmerken van jezelf in een ander herkent
D
ontstaan als mensen botsen met de normen van hun groep

Slide 24 - Quiz

vraag 37
zijn de uitspraken juist of onjuist
1. in je puberteit ben je op zoek naar je eigen identiteit
2. je puberteit is de periode tussen kindertijd en volwassenheid
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn onjuist

Slide 25 - Quiz

vraag 38
zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. jongeren culturen hebben altijd bestaan
2. bij jongerenculturen bepaalt het eigenbelang het groepsgevoel
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 26 - Quiz

vraag 39
welk woord is weggelaten?
Het ..............van andere normen en waarden heeft te maken met tolerantie
A
accepteren
B
verwerpen
C
bestrijden
D
belachelijk maken

Slide 27 - Quiz

vraag 40

jij zit midden in je puberteit, dat betekent:
A
dat je hersenen volgroeid raken
B
de periode tussen kindertijd en volwassenheid
C
dat je socialisatieproces bijna ten einde is
D
dat je vooral in deze periode nieuwe waarden en normen aanleert

Slide 28 - Quiz