Verwijswoorden en woordbetekenissen Klas 3M

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Goedemiddag en welkom bij het vak Nederlands!

Afspraken

* Telefoon op stil en in de telefoontas

* Kauwgom/snoep in de prullenbak

* Je tas is onder je tafel of hangt aan je stoel.

* Je leesboek,lesboek, schrift, pen en Chromebook op tafel

* Je Chromebook is dicht, totdat de docent aangeeft dat je er gebruik van mag maken.

* We lezen 10 minuten stil!

.

Programma van de les

* 10 minuten lezen

* Herhaling vorige les over    Homoniemen blz.110

*Nieuw onderwerp Verwijswoorden blz.114

*Oefenen lesson up

*Zelfstandig aan de slag opdracht 1,2&3 blz.115

Afsluiting/nabespreken/opruimen

Stillezen

Pak een  leesboek

Ga stillezen!

Wat zijn verwijswoorden?

1. Een woord dat een schuldige aanwijst
2. Een groepje woorden.
3. Een woord dat verwijst naar een ander woord of stukje tekst.
4. Een woord dat gebruikt wordt om de tekst beter leesbaar te maken.

Wat is een verwijswoord?

1. fiets, paard, helm
2. blijven, zitten, zijn
3. doe, werk, maak
4. ik, hij, zij, wij

Wat zijn de verwijswoorden?

1. de, het, een
2. hij, zij, het, ik, jullie, jij
3. tenslotte, ondanks, daarom, doordat
4. die, deze, daar, hier, zijn, haar, het, wanneer, waar

Wat is geen verwijswoord?

1. de
2. deze
3. het
4. dat

WAT IS EEN VERWIJSWOORD?

1. het kopje
2. het
3. op
4. mogelijk

Wat zijn verwijswoorden?

1. Maar, omdat, hierom
2. Hij, zij, die
3. Zijn, worden, hebben
4. De, het, een

Verwijswoorden...

1. geven een verband aan in de tekst.
2. geven een eigenschap aan.
3. geven aan dat iets van iemand is.
4. verwijzen naar iets in de tekst.

Les afsluiten