Les 7 - Verlichting

Verlichting
Les 7
Thema 1: Rationeel versus irrationeel

1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verlichting
Les 7
Thema 1: Rationeel versus irrationeel

Slide 1 - Slide

Welke situatie is rationeler?
Iemand die dingen beslist op basis van gevoel.
Iemand die dingen beslist op basis van verstand.

Slide 2 - Poll

Welke situatie is rationeler?
Iemand doet onderzoek naar het heelal door boeken te bestuderen
Iemand doet onderzoek naar het heelal door met een telescoop.

Slide 3 - Poll

Welke situatie is rationeler?
Je bent overtuigd van iets, maar laat je ompraten door iemand waarvan je denkt dat die er meer van weet
je bent overtuigd van iets en blijft bij je standpunt naar er goed over nagedacht te hebben.

Slide 4 - Poll

Wat gaan we vandaag doen?
  • Inleiding van de les (al gedaan)
  • Hoofdvraag
  • Uitleg: Verlichting
  • Opdracht: Verlichtings vragen
  • Nabespreking
  • Afsluiting

Slide 5 - Slide

Themavraag
Waarom kan verlicht denken rationeel denken worden genoemd?

Slide 6 - Slide

Terugblik
  •  Renaissance (ca 1500): kritische blik op oude teksten, waarnemingen zonnestelsel (Copernicus, Galileï)

  • Wetenschappelijke Revolutie (ca 1650) : ontdekking natuurwetten (Newton) en betere instrumenten (microscoop) leiden tot golf van ontdekkingen.

  • Spinoza en Descartes: rationalisme

Slide 7 - Slide


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
  • Door gebruik te maken van het verstand maken mensen een einde aan de 'duisternis' van domheid, bijgeloof en onverdraagzaamheid.

    Slide 8 - Slide


    De Verlichting
    vanaf ±1700


    • optimisme (alle problemen oplossen met logisch nadenken = beter leven)
    • verspreiden van kennis (verstand kun je alleen gebruiken als je kennis hebt)
    • vrijheid (vrijheid om te kunnen denken wat je wilt)
    • gelijkheid (alle mensen worden gelijk geboren, maar door achtergrond en opvoeding wordt status bepaald)

    Slide 9 - Slide

    Vooral populair in West-Europa
    - genoeg geld om het te kunnen betalen
    -interesse en belangen van rijke mensen 
       (NL) en koningen) bv. EN of FR). 

    Slide 10 - Slide

    Verlicht denker of niet?
    Bekijk onderstaande zinnen en bedenk of ze wel of niet van een Verlichte denker zouden zijn.

    Waarom wel / niet?
    'Emotie is het allerbelangrijkste in het menselijk bestaan'

    'De koning zou zijn macht moeten delen met een parlement'

    'Je moet wel nadenken over jouw geloof, maar de Kerk heeft altijd gelijk.'

    'De adel en geestelijkheid zijn traditioneel gezien nu eenmaal het belangrijkste'
    1
    2
    3
    4

    Slide 11 - Slide

    Verlichters en geloof
    Verlichters
    God heeft de aarde gemaakt, maar grijpt niet in = deïsme
    Je kunt niet bewijzen dat er 1 waar geloof is, dus je moet verdraagzaam (tolerant) zijn. Belangrijke figuur = Voltaire.

    Gevolg
    • Voor godsdienstvrijheid
    • Tegen invloed van de kerk op de politiek

    Slide 12 - Slide

    Verlichter en gelijkheid
    Verlichters
    Mensen (mannen) zijn gelijk en vrij geboren)

    Gevolg
    Tegen standenmaatschappij
    Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)

    Slide 13 - Slide

    Verlichters en politiek
    Verlichters
    • Een koning is er voor het volk
    • Het volk mag een slechte koning afzetten
    • De echte macht ligt bij het volk (volkssoevereiniteit)

    Gevolg
    • Tegen absolutisme
    • Voor democratie

    Slide 14 - Slide

    Slide 15 - Slide

    Slide 16 - Video

    Opdracht
    Maak groepjes van ca. 4 mensen. 

    Op tafel ligt een A4. Draai deze nog NIET om! Doe dat pas als de docent het zegt. 

    Op het blad staat een oefenvraag over Verlichting. Op het signaal moet je als groep deze maken. Je hebt 5 min. voor de vraag. 

    Slide 17 - Slide

    Opdracht
    Sta nu met je groepje op en loop naar een andere tafel en een andere opdracht. Ga zitten. 

    Je hebt weer 5 min. om deze vraag te beantwoorden. 

    Slide 18 - Slide

    Opdracht
    Lever de antwoorden op jullie vragen in!

    De groep die het het beste heeft gedaan, krijgt volgende les iets lekkers uit de snoeptrommel!

    Slide 19 - Slide

    Afsluiting
    • Wat heb je vandaag geleerd?
    • Zijn er nog vragen?

    Slide 20 - Slide