VWO 5 Afrondingen werkwoorden deel 1: Regelmatige werkwoorden

Regelmatige werkwoorden
op -ER / RE / IR
1 / 81
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 81 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Regelmatige werkwoorden
op -ER / RE / IR

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de regelmatige werkwoorden op - ER / RE / IR vervoegen in de présent / passé composé en imparfait

Slide 2 - Slide

Programma
  1. Bestudeer de uitleg-dia's
  2. Vind je vervoegen met être lastig? Kijk dan naar het instructiefilmpje
  3. Even oefenen
  4. Evaluatie
  5. Differentiatie

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(travailler) ik werk

Slide 7 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(parler) wij praten

Slide 8 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(chanter) jij zingt

Slide 9 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(danser) jullie dansen

Slide 10 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(raconter) hij vertelt

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(habiter) wij woonden

Slide 14 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(aimer) jij hield van

Slide 15 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(regarder) zij (Vrouwelijk) keken

Slide 16 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(chercher) zij zocht

Slide 17 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(travailler) hij werkte

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(parler) jij hebt gepraat

Slide 25 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(travailler) wij hebben gewerkt

Slide 26 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(danser) zij heeft gedanst

Slide 27 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(habiter) ik heb gewoond

Slide 28 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(passer) zij hebben doorgebracht

Slide 29 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(aller) zij is gegaan

Slide 30 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(tomber) hij is gevallen

Slide 31 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(arriver) zij (mannelijk) zijn aangekomen

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(vendre) zij verkoopt

Slide 36 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(rendre) wij geven terug

Slide 37 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(attendre) ik wacht

Slide 38 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(vendre) zij (vrouwelijk) verkopen

Slide 39 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(rendre) jij geeft terug

Slide 40 - Open question

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(vendre) ik verkocht

Slide 43 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(attendre) jullie wachtten

Slide 44 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(rendre) hij gaf terug

Slide 45 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(vendre) zij (mannelijk) verkochten

Slide 46 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(attendre) jij wachtte

Slide 47 - Open question

Slide 48 - Slide

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(vendre) ik heb verkocht

Slide 49 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(attendre) wij hebben gewacht

Slide 50 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(rendre) zij heeft terug gegeven

Slide 51 - Open question

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Slide

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(rougir) zij wordt rood

Slide 55 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(grandir) hij groeit op

Slide 56 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(choisir) ik kies

Slide 57 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(finir) wij beëindigen

Slide 58 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

jullie slagen

Slide 59 - Open question

Slide 60 - Slide

Slide 61 - Slide

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(grandir) ik groeide op

Slide 62 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(rougir) hij werd rood

Slide 63 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(choisir) zij koos

Slide 64 - Open question

Vervoe

Slide 65 - Slide

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(finir) ik heb beëindigd

Slide 66 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(choisir) jullie hebben gekozen

Slide 67 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(réussir) zij (mannelijk) zijn geslaagd

Slide 68 - Open question

Slide 69 - Video

En nu ... alles door elkaar!

Slide 70 - Slide

Noteer alleen de werkwoordsvorm
Je (imparfait) (donner)

Slide 71 - Open question

Noteer alleen de werkwoordsvorm
Elle (passé composé) (partir)

Slide 72 - Open question

Noteer alleen de werkwoordsvorm
Tu (présent) (vendre)

Slide 73 - Open question

Noteer alleen de werkwoordsvorm
Ils (passé composé) (danser)

Slide 74 - Open question

Noteer alleen de werkwoordsvorm
Il (imparfait) (choisir)

Slide 75 - Open question

Noteer alleen de werkwoordsvorm
Je (présent) (finir)

Slide 76 - Open question

Noteer alleen de werkwoordsvorm
Elle (passé composé) (attendre)

Slide 77 - Open question

Noteer alleen de werkwoordsvorm
Tu (imparfait) (travailler)

Slide 78 - Open question

Noteer alleen de werkwoordsvorm
Nous (passé composé) (parler)

Slide 79 - Open question

Evaluatie
Ik kan de regelmatige werkwoorden op - ER / RE / IR vervoegen in de présent / passé composé en imparfait

Slide 80 - Slide

Slide 81 - Link