chromatografie - herhaling

herhaling chromatografie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

herhaling chromatografie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

wat betekenen de 2 begrippen:
eluens en elutie?

Slide 2 - Open question

eluens is de loopvloeistof en elutie is het door laten lopen van het eluens/loopvloeistof
de Rf waarde. Bekijk tabel 73 in je binas en leg uit waarom het in de praktijk kan afwijken.

Slide 3 - Open question

dit komt meestal door verschil in eluens. je kan bijvoorbeeld ook ethanol en water gebruiken.
schrijf de afkortingen TLC en HPTLC uit

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

wat voor stoffen worden vaak gebruikt als stationaire fase bij TLC?

Slide 5 - Open question

aluminiumoxide en siliciagel
benoem 3 omstandigheden die de Rf waarde beïnvloeden.

Slide 6 - Open question

de opgebrachte hoeveelheid en de vlekgrootte
de dampsamenstelling in de ontwikkelkamer
scheiding van de mobiele fase tijdens de elutie
temperatuur
laagdikte van de stationaire fase
bindmiddel in de stationaire fase
verontreinigingen, door adsorptie tijden het bewaren in de stationiaire fase
ionenconcentratie in het loopmiddel
zuurgraad van het loopmiddel
looprichting
benoem 2 verschillen tussen een klassieke kolom en een moderne kolom.

Slide 7 - Open question

klassieke kolom heeft een poreus gesinterd glas om alleen het component doorheen te laten.
de moderne kolom heeft een dubbelwandige kolom die gemaakt is van kunststof en er zit een detector aan het eind.
Geef de 4 scheidingsprincipes

Slide 8 - Open question

oplosbaarheid
adsorptie
ionwisseling
molecuulgrootte
bij adsorptie ontstaat er soms een ongewenst verschijnsel, hoe noem je dat?

Slide 9 - Open question

tailing
de uitwisseling van negatieve ionen bij ionenwisselingen noemen we ...
A
basische -zuur wisselaar
B
kationenwisselaar
C
anionenwisselaar
D
ionenwisselaar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

bij de aminozuren is zorgen de pH en de IEP voor de lading van de ionen. bij welk verschijnsel hebben we positieve ionen?
A
pH < IEP
B
pH = IEP
C
pH > IEP
D
het kunnen geen positieve ionen zijn.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

komt de onvertraagde component voor of na de componenten?

Slide 12 - Open question

komt ervoor. onvertraagd wordt dan mee bedoelt dat hij er het snelste uitkomt.
schrijf de afkortingen GC en HPLC uit

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

hoe noemen we de hulpstof?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

wanneer is een kolom efficiënt?

Slide 15 - Open question

zo een kort/klein mogelijke piekbreedte
wat betekenen de grootheden in deze formule:
H = L/N

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

waar staat B-factor voor bij de van Deemter vergelijking?

Slide 17 - Open question

diffusie van het component
genoeg herhaling gehad voor chromatografie?
A
ja
B
nee
C
nooit
D
altijd

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions