Genen, eiwitten en geslachtelijke voortplanting
Doelstelling 2: je moet kunnen omschrijven wat genotype, fenotype, gen en eiwitten zijn.
Doelstelling 3: je moet de kenmerken van geslachtelijke voortplanting kunnen noemen
Doelstelling 4: je moet kunnen beschrijven hoe een twee-eiige tweeling en hoe een eeneiige tweeling ontstaat.