H2 Kapitel 5 - Week 16

M/H/V2 Kapitel 5 - week 19
1 / 50
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

M/H/V2 Kapitel 5 - week 19

Slide 1 - Slide

Guten Tag
Wie geht es euch?


Slide 2 - Slide



  • boek/schrift/pen op tafel 

Slide 3 - Slide

Essen und Trinken

Slide 4 - Slide

Lernziele dieser Woche:
  • je kent de woorden van de woordenlijst van Kapitel 5 over het thema eten
  • je kent de regels van de uitgangen van ein/e en kein/e
  • Je weet wat een bezittelijk voornaamwoord is

Slide 5 - Slide

Was machen wir heute?

  • hören und sehen
  • Grammatik haben & sein
  • Wortschatz
  • Sprechen

Slide 6 - Slide

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Lernen: Wörterliste Kapitel 5 - Seite 172
Wie?      alleine, im Buch
Hilfe?    keine 
Zeit?      5 Minuten
Fertig?   weiter mit den nächsten Aufgaben






w
timer
5:00

Slide 7 - Slide

                     Ein normaler Schultag
1
2
3
4
Mein Name ist Simone, bin 16 Jahre alt und Schülerin. Morgens stehe ich um kurz vor 7 auf. Aufwachen ist schwierig. Ein Wecker klingelt mich aus dem Schlaf. Ich stehe auf und gehe auf die Toilette. 
Frühstück lasse ich nie aus, denn ich habe Hunger am Morgen. Meistens esse ich Müsli oder Toast mit Marlelade. Dazu trinke ich Tee oder Kaffee. Dann gehe ich mit dem Bus zur Schule.
Ich wasche mir erst das Gesicht, dann dusche ich. Zuerst ganz warm und am Schluss mit kaltem Wasser. So werde ich richtig wach.
Zähne putzen muss auch sein, anschließend ziehe ich mich an. Meine Kleider habe ich mir schon am Abend davor zurechtgelegt. Ich will morgens keine Zeit verlieren. So kann ich ein bisschen später aufstehen.

Slide 8 - Drag question

Was kann man morgens essen und trinken im Jugendherberg?
Das kann man essen.
Das kann man trinken.
die Suppe
die Milch
der Schinken
die Eier
das Fleisch
die Birne
das Wasser
der Apfelsaft
das Sauerkraut
der Kaffee

Slide 9 - Drag question

Zet de woorden in de goede volgorde.
ich - und - tee - trinke - Am Morgen - esse - Brot

Slide 10 - Open question

Zet de woorden in de juiste volgorde:
Morgens - wir - Tee - ohne Zucker - trinken - und - essen - wir - Obst

Slide 11 - Open question

Obst und Gemüse
Fischgerichte
das Frühstück
Übriges Essen und Trinken
die Ananas
die Nachspeise
die Zwiebel
der Käse
der Thunfisch
der Schinken
das Brötchen
die Bratkartoffeln
der Tee
der Lachs

Slide 12 - Drag question

das Restaurant
Kräuter
Besteck
Essen und Trinken
die Gabel
der Reis
die Speisekarte
der Löffel
der Pfeffer
die Soße
der Nachtisch
die Rechnung
das Salz
das Obst
bestellen
Guten Appetit!
das Messer

Slide 13 - Drag question

Aber zuerst.....ein Filmchen!

Kapitel 5 - Aufgabe 1 - Verrückt nach Brot! 

 





timer
10:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Wiederholung Grammatik
Ein / e - Kein / e

Slide 16 - Slide

Gebruik van 'ein' en 'eine' (een / geen)
'Ein' voor mannelijke woorden. 'Eine' voor vrouwelijke woorden en het woord kein. Praktijkvoorbeelden:
(M)                     (V)                       (O)                       (mv)
der Mann      die Frau          das Kind              die Menschen
ein Mann       eine Frau        ein Kind                 x   Menschen
kein Mann    keine Frau      kein Kind            keine Menschen

Slide 17 - Slide

 Neue Grammatik

Slide 18 - Slide

Het bezittelijke voornaamwoord:

- Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

Slide 19 - Slide

De bezittelijke voornaamwoorden
Het bezittelijk voornaamwoord
Het bezittelijk voornaamwoord wordt gebruikt om een bezit aan te geven. 


Slide 20 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden horen ook
bij de EIN-Gruppe:
Wanneer komt er een -e achter ein + kein en alle bezittelijke voornaamwoorden.
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
DER
DIE
DAS
DIE
meine
mein
mein
meine

Slide 21 - Drag question

Zijn de onderstaande woordjes persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden?
Sleep elk woord hieronder naar het goede antwoord.

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
hen
ik
jij
jou
jouw
mijn
onze
wij
uw
zijn

Slide 22 - Drag question

ik
ich
jij
du
hij
er
zij
sie
het
es
wij
wir
jullie
ihr
zij
sie
u
Sie
Sleep het bezittelijke voornaamwoord op de juiste plaats in het schema
unser
dein
Ihr
euer
mein
ihr
ihr
sein
sein

Slide 23 - Drag question

Bezittelijke voornaamwoorden
mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun/uw
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr/Ihr

Slide 24 - Drag question

Een bezittelijk voornaamwoord
A
staat voor het zelfstandig naamwoord
B
staat na het zelfstandig naamwoord
C
kan een persoonlijk voornaamwoord vervangen
D
geeft een bezit aan

Slide 25 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn
A
sein(e)
B
ihr(e)
C
mein(e)
D
dein(e)

Slide 26 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
uw
A
Ihr-
B
ihr-
C
dein
D
euer

Slide 27 - Quiz

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?
A
jij, u
B
mijn, jouw, jullie
C
onze, uw
D
hij, zij, ik

Slide 28 - Quiz

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?
A
hij, zijn, hun
B
onze, haar, mijn
C
zij, jullie, jouw
D
mijn, jouw, u

Slide 29 - Quiz

Weet je de bezittelijke voornaamwoorden nog?
Marita hat eine Puppe. Das ist .....................  Puppe (v)
......................
Ihr
Ihre

Slide 30 - Drag question

Weet je de bezittelijke voornaamwoorden nog?
Er hat ein Auto. Das ist  .....................  Auto(o)
......................
seine
sein

Slide 31 - Drag question

Lernziele erreicht?
  • je kent de woorden van de woordenlijst van Kapitel 5 over het thema eten
  • je kent de regels van de uitgangen van ein/e en kein/e
  • Je weet wat een bezittelijk voornaamwoord is

Slide 32 - Slide

2. Stunde

Slide 33 - Slide

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 34 - Slide

Lernziele dieser Woche:
Kapitel 5A - Sehen
Je kunt eenvoudige woorden over eten en drinken begrijpen
- Je kunt een eenvoudige reportage over eten en drinken begrijpen.

Slide 35 - Slide

Was machen wir heute?

  • hören
  • schreiben
  • lesen
  • Grammatik

Slide 36 - Slide

An die Arbeit!
WORTSCHATZ

Was?     Kapitel 5 -Seite 172
Wie?      alleine im Buch
Hilfe?    keine 
Zeit?      5 Minuten
Fertig?   






w
timer
5:00

Slide 37 - Slide

7

Slide 38 - Video

Kapitel 5 - Aufgabe 4
NK Kapitel 5 - Aufgabe 4
timer
5:00

Slide 39 - Slide

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Grammatik E: ein (e) / kein (e)
Wie?      zusammen, im Heft schreiben
Hilfe?    keine 
Zeit?      15 Minuten
Fertig?   weiter mit den nächsten Aufgaben






w
timer
15:00

Slide 40 - Slide

An die Arbeit!
Schreiben

Was?     
Wie?      alleine im Buch
Hilfe?    keine 
Zeit?      5 Minuten
Fertig?   






w
timer
5:00

Slide 41 - Slide

Schreiben
Lieber Thomas,

wie geht es dir? Mir geht es gut.


Wat zijn de regels omtrent de hoofdletters in het Duits?

Slide 42 - Slide

Schreibtest - wie
4 Stationen:

1. Karte schreiben
2. Chat schreiben
3. Notiz schreiben
4. Formular ausfüllen
Wann:
Donnerstag den 15. Juni

Slide 43 - Slide

G Schreiben
Lernziel:
- Je kunt in eenvoudige zinnen iets over jezelf en jouw familie vertellen.
- Je kunt de regels voor het gebruik van hoofdletters toepassen.

Ab Seite 54


Slide 44 - Slide

Schreiben

E-mail schrijven 

Luister naar de regels

Slide 45 - Slide

Schreiben
Eine Email schreiben

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Link

Slide 48 - Link

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Kapitel 5: 3 - 5 - 6 - 7 - 10 - 11
Wie?      zusammen im Buch
Hilfe?    keine 
Zeit?      15 Minuten
Fertig?   weiter mit den nächsten Aufgaben






w
timer
15:00

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Link