hst 5 paragraaf 4 "oog en bril"

Welkom les 1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom les 1

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
je kunt......
zeven onderdelen van een oog benoemen.
beschrijven hoe je ogen een beeld vormen.
de functie toelichten van het netvlies, oogzenuw, iris en pupil.
beschrijven hoe je ogen scherpstellen op voorwerpen
uitleggen wat bijziendheid is en hoe je dit kunt corrigeren.
uitleggen wat verziendheid is en hoe je dit kunt corrigeren.

Slide 2 - Slide

Vandaag
Herhaling voorgaande paragrafen
filmpje
uitleg
filmpje wat is bijziendheid
verziend
oudziend
aan de slag

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

herhaling

Slide 5 - Slide

paragraaf 4

Slide 6 - Slide

De belangrijkste onderdelen van het oog

Slide 7 - Slide

Het beeld komt ondersteboven op het netvlies.

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
je kunt......
zeven onderdelen van een oog benoemen.
beschrijven hoe je ogen een beeld vormen.
de functie toelichten van het netvlies, oogzenuw, iris en pupil.
beschrijven hoe je ogen scherpstellen op voorwerpen
uitleggen wat bijziendheid is en hoe je dit kunt corrigeren.
uitleggen wat verziendheid is en hoe je dit kunt corrigeren.

Slide 9 - Slide

accommoderen
Als een voorwerp dichterbij komt wordt de lens boller.

Accommoderen : lens platter of boller maken

Slide 10 - Slide

  • Pupil is de opening in de iris (de gekleurde gedeelte van de oog)
  • Veel licht - pupil klein
  • Weinig licht - pupil groot

Slide 11 - Slide

Hoe dichterbij het voorwerp, hoe boller de lens.

Slide 12 - Slide

Welkom les 3

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
je kunt......
zeven onderdelen van een oog benoemen.
beschrijven hoe je ogen een beeld vormen.
de functie toelichten van het netvlies, oogzenuw, iris en pupil.
beschrijven hoe je ogen scherpstellen op voorwerpen
uitleggen wat bijziendheid is en hoe je dit kunt corrigeren.
uitleggen wat verziendheid is en hoe je dit kunt corrigeren.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Bijziend
  •  De ooglens is te sterk of oogkas te lang.
  • Hierdoor kan je voorwerpen in de verte slecht zien. DichtBIJ kun je goed ZIEN.
  • Je hebt een negatieve lens nodig

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Verziend
  • De ooglens is te zwak of oogkas te kort.
  • Je kan voorwerpen vlakbij slecht zien, veraf goed.
  • Je hebt een positieve lens nodig

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide