Vervolg meervoudsvormen 3GT NN5 H.5

Goedemorgen
  1. Pak alsjeblieft je boek en schrift (die hebben we deze keer echt nodig)
  2. Leg je leesboek vast op tafel
  3. Pak je telefoon en log in op LessonUp.app Het inlognummer staat linksonder in beeld
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3,4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Goedemorgen
  1. Pak alsjeblieft je boek en schrift (die hebben we deze keer echt nodig)
  2. Leg je leesboek vast op tafel
  3. Pak je telefoon en log in op LessonUp.app Het inlognummer staat linksonder in beeld

Slide 1 - Slide

Nederlands 3T  NN5 H.5
We gaan vandaag: 
  • Bedenken wat we de vorige les hebben gedaan
  • De meervouden op (ë)n bespreken
  • Meervouden uit het Latijn, zonder meervoud en vreemde meervouden bespreken
  • Werken aan de Daltontaak
  • De laatste 25 minuten STILlezen

Slide 2 - Slide

Herhaling: 
-Woorden die eindigen op a, o, u, i, y krijgen in het mv- 's
  voorbeeld: piano's, kassa's, menu's, pony's,  bikini's
-Woorden die eindigen op een e= s eraan vast
  voorbeeld: aapjes, cafés, logés, abonnees
Let op: 
-Woorden met meerdere klinkers, die je als 1 klank uitspreekt= s eraan vast vb. cowboys, bureaus
-Woorden eindigend op meerdere klinkers die je los uitspreekt= 's  vb. alinea's, duo's
-Afkortingen: 's vb.  cd's, wc's, mp3's, BMW's

Slide 3 - Slide

Het meervoud van bureau
A
bureau's
B
bureaus

Slide 4 - Quiz

Het meervoud van dorpscafé
A
dorpscafes
B
dorpscafé's
C
dorpscafees
D
dorpscafés

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van cavia
A
cavia's
B
caviaas
C
cavias

Slide 6 - Quiz

-Woorden op -ën:
-Een woord dat eindigt op -ee krijgten in het mv +-ën
vb. orchideeën, trofeeën, ideeën, feeën

-Een woord dat eindigt op -ie (met de klemtoon op de laatste lettergreep-je zegt -ie met nadruk) krijgt +-ën
vb. melodieën, symfonieën, therapieën

-Een woord dat eindigt op -ie (met de klemtoon ergens anders in het woord) = + " n. 
vb. bacteriën, poriën, 

Slide 7 - Slide

Bijzondere meervouden: 
-Woorden met 2 meervouden: seconden/secondes, heiden/heides, datums/data, museums/musea
-Woorden op -man-   -zeeman-zeelieden/zeelui
                                   -timmerman- timmerlui/timmerlieden
-Anders:  kind-kinderen, blad-bladeren, rund-runderen
-Latijnse woorden- historicus- historici
                                  - medicus- medici
-Woorden zonder klemtoon op de laatste lettergreep: 
vb. kieviten, monniken, lemmeten, haviken, perziken

Slide 8 - Slide

Welk woord heeft twee meervoudsvormen?
A
koe
B
gemeente
C
pygmee
D
fotograaf

Slide 9 - Quiz

meervoud van luiwammes
A
luiwammessen
B
luiwammesen
C
luiwammici
D
heeft geen meervoud

Slide 10 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



asperge
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
geen meervoud

Slide 11 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?


alinea
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud

Slide 12 - Quiz

meervoud van kalf
A
kalfen
B
kalven
C
kalveren
D
heeft geen meervoud

Slide 13 - Quiz

Meervoud van historicus
A
historici
B
historicussen
C
historica
D
geen meervoud

Slide 14 - Quiz


In welk rijtje krijgen alle woorden een apostrof om het meervoud te vormen?
Tip
Ga na of de klank verandert wanneer je de -s zonder apostrof aan het woord plakt.
A
loempia / pony / sudoku
B
hobby / paraplu / groente
C
spray / jury / opa
D
etalage / bureau / garage

Slide 15 - Quiz

Woorden zonder enkelvoud

Er zijn  woorden die alleen meervoud kennen en juist

geen enkelvoud.

        hersenen/hersens

       inkomsten


Slide 16 - Slide

Woorden zonder MEERVOUD

Er zijn  woorden die geen meervoud kennen.

politie 

rijst

tarwe

zand

warmte 

liefde 

geduld


Slide 17 - Slide

Wat vind je het moeilijkst voor wat betreft de meervouden?

Slide 18 - Open question

Je gaan nu verder met je daltontaak tot ................uur
Dan pak je je leesboek en ga je rustig lezen. Geen boek? Pak een Zozitdat!
  • Je gaat nu verder met je daltontaak tot ................uur 
  • Teken af wat je hebt gedaan op je taak
  • Ruim je boek/ schrift/ pennen op
  • Dan pak je je leesboek en ga je rustig lezen. 
  • Geen boek? Pak een Zozitdat!

Slide 19 - Slide

Tot de volgende les! 

Slide 20 - Slide