Parlementairdemocratie-herhalingsles

Vandaag
  • Maatschappijleer in de actualiteit
  • Herhaling/Quizvragen Parlementaire Democratie
  • Uitleg hoofdstuk 8. 
  • lesdoelencheck
1 / 36
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vandaag
  • Maatschappijleer in de actualiteit
  • Herhaling/Quizvragen Parlementaire Democratie
  • Uitleg hoofdstuk 8. 
  • lesdoelencheck

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Welke begrippen uit H4 t/m H6 komen in dit filmpje terug?

Slide 3 - Mind map

Uit welke twee onderdelen bestaat de regering?
A
Ministers+de koning
B
Ministers+ staatssecretarissen
C
Staatssecretarissen +koning
D
Ministers+ ambtenaren

Slide 4 - Quiz

De volgende partijen zijn allemaal oppositiepartijen
A
VVD+CDA+CU
B
Denk+SGP+CU
C
D66+Groenlinks+PVDA
D
PVDD+Forum+50 plus

Slide 5 - Quiz

Waaruit uit bestaat de Staten-Generaal?
A
Tweede Kamer+ Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Eerste Kamer
D
Koning+Ministers

Slide 6 - Quiz

Welk recht heeft de Eerste Kamer niet?
A
Motie
B
Parlementaire enquête
C
Stemrecht
D
Recht van initiatief

Slide 7 - Quiz

Wat betekent het recht van amendement?
A
De rijksbegroting goed of afkeuren
B
Verzoek aan de minister om iets te doen
C
Een wijzigingsvoorstel op een wetsvoorstel
D
Recht om vragen te stellen

Slide 8 - Quiz

Een kenmerk van de sociaal-democratische stroming is..
A
Persoonlijke vrijheid
B
Zo min mogelijk overheidsbemoeienis
C
Bescherming van de zwakkeren
D
Zorgzame samenleving.

Slide 9 - Quiz

Met rentmeesterschap wordt bedoeld
A
Geen rente vragen over producten
B
Goed zorgen voor de aarde die in bruikleen is
C
Wel rente vragen over producten
D
Goed zorgen voor je naasten

Slide 10 - Quiz

Wat betekent het woord constitutionele in het begrip constitutionele monarchie?
A
De koning heeft absolute macht
B
De koning heeft geen macht
C
Een land met een monarchie
D
Macht koning vastgelegd in grondwet

Slide 11 - Quiz

Bij verkiezingen mag je stem uit brengen voor de samenstelling van
A
Kabinet
B
Tweede Kamer
C
Regering
D
Burgemeester

Slide 12 - Quiz

De Statenleden kiezen de leden voor de Eerste Kamer dit noem je:
A
Directe verkiezingen
B
Benoeming
C
Fraude
D
Getrapte verkiezingen

Slide 13 - Quiz

Een demissionair kabinet
A
moet nog benoemd worden
B
is benoemd voor vier jaar
C
is er voor een kabinetscrisis
D
handelend alleen lopende zaken af

Slide 14 - Quiz

Het parlement heeft......... leden
A
150
B
75
C
225
D
250

Slide 15 - Quiz

Het kabinet wordt gecontroleerd door:
A
De regering
B
Ministers
C
Het parlement
D
Europees Parlement

Slide 16 - Quiz

Op Prinsjesdag wordt .............voorgelezen en de ............gepresenteerd
A
rede, miljardennota
B
planning en kosten
C
begroting, plannen
D
troonrede, miljoenennota

Slide 17 - Quiz

Thierry Baudet maakt deel uit van
A
Eerste Kamer
B
Kabinet
C
Tweede Kamer
D
Regering

Slide 18 - Quiz

Geert Wilders maakt deel uit van:
A
Coalitie
B
Kabinet
C
Oppositie
D
Eerste Kamer

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Hoe noem je de uitvoerende macht in een gemeente? en in een provincie?

Slide 30 - Open question

Hoe noem je de volksvertegenwoordiging in een gemeente? en in een provincie?

Slide 31 - Open question

Hoe noem je de voorzitter van de uitvoerende macht in een gemeente? en in een provincie?

Slide 32 - Open question

Leg uit: 
Wat wordt bedoeld met een 'gedecentraliseerde eenheidsstaat'?


Slide 33 - Slide

Vraag:
Welke taken heeft een gemeente?


Slide 34 - Slide

Vraag:
Welke taken heeft een provincie?


Slide 35 - Slide

Vragen?

Slide 36 - Mind map