thema 'het formulier en de agenda' les 2

Thema 'het formulier en de agenda'
les 2
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 'het formulier en de agenda'
les 2

Slide 1 - Slide

woordenschatlessen op A2-niveau ter voorbereiding op het inburgeringsexamen.
het adres
Op welk adres woon jij?
het huisnummer
Hij woont in de dorpsstraat op huisnummer 21

Slide 2 - Slide

De leerlingen schrijven de woorden in een woordenschrift en zetten eventueel de vertaling erbij. 

de postcode
De postcode van Roermond is 6042 CX.
de avond
Toen hij om 18.00 uur naar huis ging, wenste hij mij een fijne avond.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

de nacht
Ik kon niet slapen. De nacht duurde heel lang.
het weekend
In het weekend hoeft hij niet te werken.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

de week
Volgende week hebben we vakantie.
de maand
Ik ben jarig in de maand juni.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

thet jaar
Een jaar heeft twaalf maanden.
de morgen
Hij stond vroeg in de morgen op.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

de middag
Elke middag ga ik even slapen.
de vriendin
Ik ga shoppen met mijn vriendin .

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

de vriend
Mijn beste vriend staat altijd voor me klaar.
de Nederlander
Veel Nederlanders houden van voetbal.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

de buitenlander
In Nederland wonen veel buitenlanders.
de alleenstaande
De alleenstaande vader zorgt voor zijn kind.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

betekenissen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

betekenissen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Werkvorm 1 - in duo's
Je krijgt van de docent een stapel kaartjes met plaatjes.
Je draait om de beurt een kaartje om en vertelt wat er op het kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Werkvorm 2 - mix en ruil
Iedereen krijgt van de docent een kaartje met een plaatje. 
Als de docent zegt: 'start!' loopt iedereen door de klas.
Als de docent zegt; 'stop!' dan sta je stil en bespreekt met de persoon die bij jou in de buurt staat wat op je kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.
Ben je klaar? Ruil de kaartjes en wacht totdat de docent weer zegt: 'start!'

Slide 15 - Slide

This item has no instructions