Voortplantingsorganen oefenen

Voortplantingsorganen oefenen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Voortplantingsorganen oefenen

Slide 1 - Slide

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.

Welke van deze delen is de vagina?
A
Deel 1
B
Deel 2
C
Deel 3
D
Deel 4

Slide 2 - Quiz

Waar in het voortplantingsstelsel van een vrouw vindt bevruchting plaats?
A
Baarmoeder
B
Vagina
C
Eileider
D
Eierstok

Slide 3 - Quiz

Welk onderdeel van het voortplantingsstelsel van de vrouw maakt geslachtshormonen?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Eierstok
D
Clitoris

Slide 4 - Quiz

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.

In welk van de genummerde delen groeit een baby als de vrouw zwanger is?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

In dit deel van het voortplantingsstelsel van de vrouw liggen eicellen
A
Eileider
B
Eierstokken
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 6 - Quiz

De baarmoeder en de eierstokken maken deel uit van het voortplantingsstelsel van een vrouw.
Maak de zinnen compleet.

De ontwikkeling van een embryo kan
 plaatsvinden.
De productie van geslachtscellen kan
 plaatsvinden.
Alleen in de baarmoeder 
Alleen in de eierstok 

Slide 7 - Drag question

Wat hoort bij het voortplantingsstelsel van de vrouw?
A
borsten, eicellen en eierstokken
B
baarmoeder, borsten en schaamhaar
C
kenmerken waaraan je het geslacht herkent.
D
o.a. eierstokken, eileiders, baarmoeder

Slide 8 - Quiz

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.

Hoe heet nummer 1?
A
eileider
B
eierstok
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 9 - Quiz

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.

Hoe heet nummer 4?
A
eileider
B
eierstok
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 10 - Quiz

Een man en een vrouw hebben geslachtsgemeenschap. Ze gebruiken geen voorbehoedmiddelen.
in de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw getekend.

In welk deel komen de zaadcellen het eerst terecht nadat ze de penis hebben verlaten?

A
in deel 1
B
in deel 2
C
in deel 3
D
in deel 4

Slide 11 - Quiz


Hieronder zie je een schematische tekening van het voortplantingsstelsel van de vrouw. 
Sleep de naam van het onderdeel naar de juiste plek.

Vagina
Urinebuis
Eileider
Baarmoeder
Eierstok

Slide 12 - Drag question


In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de eierstok

Slide 13 - Quiz

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.

Wat is de naam van onderdeel 5?
A
Anus
B
Binnenste schaamlippen
C
Clitoriseikel
D
Vagina

Slide 14 - Quiz

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend.

Wat is de functie van deel P?
A
Dit deel vangt prikkels op die leiden tot een orgasme.
B
Dit deel vangt spermacellen op.
C
Dit deel zorgt voor de menstuatie.
D
In dit deel vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.

Slide 15 - Quiz

In welke volgorde gaan zaadcellen door het voortplantingsstelsel van de man?
A
bijballen – zaadleiders – teelballen – prostaat - urinebuis
B
teelballen – prostaat – bijballen – zaadleiders - urinebuis
C
bijballen – teelballen – prostaat – urinebuis - zaadleiders
D
teelballen – bijballen – zaadleiders – prostaat – urinebuis

Slide 16 - Quiz

Welk onderdeel van het voortplantingsstelsel van de man maakt geslachtshormonen?
A
Teelbal
B
Bijbal
C
Prostaat
D
Hypofyse

Slide 17 - Quiz

Herhaling: Wat is de functie van de zaadleider in het voortplantingsstelsel van de man?
A
Slaat zaadcellen op
B
Vervoert de zaadcellen
C
Ontstaan zaadcellen
D
Voegen zaadvocht toe

Slide 18 - Quiz

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een gesteriliseerde man schematisch getekend. Is deze man nog instaat nog een orgasme te krijgen?
A
Nee, deze man kan geen orgasme krijgen.
B
Ja, maar bij een orgasme vindt geen lozing van zaadvocht plaats.
C
Ja, maar bij een orgasme bevat het zaadvocht geen zaadcellen.

Slide 19 - Quiz

penis
bijbal
teelbal
balzak
eikel

Slide 20 - Drag question

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een man weergegeven. In welk deel worden de spermacellen aangemaakt?

Geef aan met X
X

Slide 21 - Drag question

In de afbeelding worden onder andere enkele delen van het voortplantingsstelsel van de man weergegeven.

Productie van zaadcellen is letter:
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 22 - Quiz

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een man schematisch getekend.

Met welk nummer is het deel aangegeven dat de zaadcellen tijdelijk opslaat?
A
met nummer 2
B
met nummer 3
C
met nummer 5
D
met nummer 6

Slide 23 - Quiz

Drie delen van het voortplantingsstelsel van de man zijn: de urinebuis, een zaadleider en een zwellichaam.

Welk van deze delen kan zowel urine als sperma vervoeren?

A
De urinebuis
B
De zaadleider
C
Het zwellichaam

Slide 24 - Quiz

Wat is geen onderdeel van het voortplantingsstelsel van de man?
A
zaadleider
B
prostaat
C
clitoris
D
voorhuid

Slide 25 - Quiz

Wat hoort bij het voortplantingsstelsel van de man?
A
borsten, zaadcellen en zaadleider
B
schaamhaar, eikel, penis
C
o.a. penis, ballen, prostaat
D
o.a. voorhuid, penis, eicellen

Slide 26 - Quiz

Wanneer heeft Aisha een eisprong?
A
Op dag 7
B
Op dag 14
C
Op dag 21
D
Op dag 28

Slide 27 - Quiz

Wat gebeurt er bij de eisprong?
A
Een eicel barst uit de eierstok
B
Een eicel wordt bevrucht
C
Zaadcellen komen vrij
D
De eileider gaat open

Slide 28 - Quiz

Waarom liggen de teelballen buiten het lichaam?
A
Voor bescherming tegen verwondingen.
B
Voor optimale temperatuurregeling.
C
Om meer testosteron te produceren.
D
Voor betere bloedcirculatie.

Slide 29 - Quiz

Wat is een risico van een laptop op schoot?
A
Verbeterde energieproductie.
B
Meer comfort tijdens gebruik.
C
Verhoogde temperatuur van de testikels.
D
Betere houding tijdens werken.

Slide 30 - Quiz

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 31 - Quiz


Als de eerste dag van de menstruatiecyclus 4 januari is.

Welke dag begint dan haar nieuwe menstruatiecyclus?
A
18 Januari
B
1 Februari
C
4 februari
D
10-15 januari

Slide 32 - Quiz