Maatschappijkunde - 6.1 Beïnvloedingstheorieën



Media
6.1 Beïnvloedingstheorieën 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



Media
6.1 Beïnvloedingstheorieën 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoofdvragen:
  • Welke beïnvloedingstheorieën zijn er? 

Begrippen:
  • Injectienaaldtheorie

  • Framingtheorie
  • Theorie van de selectieve perceptie

  • Agendatheorie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Beïnvloeding door de media
Iedereen wordt beïnvloed door de media. De manier waarop de macht van de media werkt is ingewikkeld. Er zijn vier theorie over hoe dit werkt.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Beinvloedingstheorieen 
Hoe groot is de invloed van media en hoe denkt de wetenschap over deze invloed? Vier theorieën: 

1. Injectienaaldtheorie
2. Framingtheorie
3. Theorie van selectieve perceptie
4. Agendatheorie


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

  Injectienaaldtheorie
'Druppel voor druppel' spuit de massamedia ons vol met ideeën
Het publiek neemt hun boodschap over wat is beïnvloedbaar.

  • Manipulatie = het geven van vervormde informatie, zoals het weglaten van feiten zonder dat het publiek dit merkt. 
  • Indoctrinatie = systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde  opvattingen en meningen aan het publiek. 

Voorbeeld = gewelddadige films en games kunnen aanzetten tot agressie.  Het voortdurend tonen van een sterke leider (in een dictatuur)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Framingtheorie
De media kunnen een onderwerp, bewust of onbewust, op een bepaalde manier framen

Hierdoor kan de manier waarop de ontvangers gaan nadenken en praten over het onderwerp gestuurd worden.

Denk aan: 'Een tsunami van vluchtelingen'  of de 'Gascrisis' 


Aantekening voor het examen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Theorie van selectieve perceptie
Theorie gaat niet over de macht van de media, maar van de mediagebruikers.  Het referentiekader bepaalt hoe zij een keuze maken uit de aangeboden informatie en werkt dus als een soort filter, dat sommige informatie wel of niet doorlaat.  

Alleen de informatie die interessant gevonden wordt, wordt gekeken. 

Voorbeeld: Rokers zappen weg bij een programma over een rookverbod.  Coronaontkenners kijken niet naar programma's waar uitleg over corona is die niet past... 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Agendatheorie
De media bepaalt niet WAT we denken, maar WAAROVER we denken. 




We praten bijvoorbeeld over het draagvlak voor een lockdown,  de vaccinaties, voetbal, maar de media bepaalt niet WAT we hierover denken. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: Een zelfbedachte quiz
  • Maak tweetallen

  • Bedenk samen 6 quizvragen over de beïnvloedingstheorieën (hoofdstuk 6). Noteer ook het juiste antwoord.

  • Quiztijd: de docent kiest 10 vragen uit en stelt deze aan de tweetallen.

  • De winnaar wint...

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Elk tweetal bedenkt 6 quizvragen (inclusief antwoord) en levert ze in bij de docent.
timer
10:00

Slide 11 - Slide

A4 papier
Quiztijd!
De docent stelt de vragen.

Antwoord door middel van het antwoord op de wisbordjes te schrijven.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Maken: vraag 9 t/m 12
Bladzijde 78 en 79

Slide 13 - Slide

This item has no instructions