Hoofdstuk 3.4 : water

Voor de les begint
1. Jassen direct ophangen
2. Boeken en spullen direct op tafel zetten
3. Telefoons op tafel
(Mogen alleen gebruikt worden tijdens de slides)
*Als ik zie dat je niet met de les bezig bent op je telefoon neem ik het en krijg je het pas einde van de dag terug

1 / 13
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voor de les begint
1. Jassen direct ophangen
2. Boeken en spullen direct op tafel zetten
3. Telefoons op tafel
(Mogen alleen gebruikt worden tijdens de slides)
*Als ik zie dat je niet met de les bezig bent op je telefoon neem ik het en krijg je het pas einde van de dag terug

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 3.4 : water
Kookpunt en smeltpunt

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water kookt.
  • Je kunt uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt (vriespunt/stolpunt) van een stof zijn en waarom dit stofeigenschappen zijn.
  • Je kunt uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen

Slide 3 - Slide

Vorige keer

Slide 4 - Slide

Kookpunt
  • Temperatuur waarbij een stof volledig gaat verdampen
  •  Voor water: 100 °C 
  • Stofeigenschap

Slide 5 - Slide

Kookpunt
.Water begint al te verdampen dichtbij 100 graden celsius

Bij 100 graden celsius verdampt het ook op de oppervlakte

Slide 6 - Slide

Smeltpunt/stolpunt
  • Temperatuur waarbij water smelt/bevriest.
  • Vriespunt water = 0  °C (alleen bij water vriespunt genoemd)
  • Stofeigenschap

Slide 7 - Slide

met zout verlaag je het vriespunt vam water

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is het kookpunt van water?
A
0 °C
B
10 °C
C
100 °C
D
1000 °C

Slide 10 - Quiz

Bij welke temperatuur ligt het vriespunt van water?
A
0 °C
B
10 °C
C
100 °C
D
1000 °C

Slide 11 - Quiz

Waar of niet waar?
"Het kookpunt ligt voor alle stoffen bij dezelfde temperatuur."
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Huiswerk!
Maken en lezen paragraaf 4
Opdracht 1 t/m 13! Bladzijde 116 t/m 120

Klaar? 
maak 14 t/m 17, bladzijde 121 t/m 124. 

Slide 13 - Slide