2hv- Hoofdstuk 5 - Vragen stellen

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Est-ce que tu manges bien?

Maak de goede combinaties

le corps

faire de la musculation

les réseaux sociaux

faire attention

le conseil

het lichaam

fitnessen

de social media

opletten

de tip, advies

Maak de goede combinaties

la santé 

la viande

le poisson

le pain

cuisiner

de gezondheid

het vlees

de vis

het brood

koken

faire de la musculation =

le poisson =

les réseaux sociaux =

faire attention =

la viande =

le pain =

Je détèste les légumes =

Maak aantekeningen 

Vragen stellen

Op verschillende manieren

1. Gewone zin + ?                                               
 =    Tu fais du sport?

2. Est-ce que + gewone zin + vraagteken
=      Est-ce que tu fais de sport?

LET OP!!                               Est-ce qu'il est malade? 

Tu manges bien =

elle fait du sport =

vous mangez de la viande =

Vraagwoorden in het Frans

het zijn er 7

Leer deze uit je hoofd!!

où =

qui =

pourquoi =

comment =

Qu'est-ce que =

pourquoi =

Vraagzinnen met vraagwoord:

3 manieren:

1. Vraagwoord + gewone zin.        Pourquoi tu es malade?
2. Gewone zin + vraagwoord.        Tu es malade pourquoi?
3. Vraagwoord + est-ce que + gewone zin:

Pourquoi est-ce que tu es malade?

Tu fais du foot (pourquoi -vooraan)

tu lis un livre (quand - achteraan) =

Nous faisons du sport (où - vooraan + est-ce que)

Au travail! 

Blz. 36

Maken opdracht 30C+D+31A+C+D+E