4.2 spanningsbronnen

spanningsbronnen

4.2 NOVA

mavo/havo

Even terug naar de vorige paragraaf;

wat weet je al?

Geleiders

Isolatoren

Open stroomkring

Gesloten stroomkring

Geleider

Gesloten stroomkring

Isolator

Onderbroken stroomkring

Stof die een elektrische stroom niet of

heel slecht doorlaat.

Stroomkring waarin de stroom niet

van de plus naar de min van de

spanningsbron kan lopen.

Stof waar een elektrische stroom

gemakkelijk doorheen kan lopen.

Stroomkring waarin de stroom van de

plus naar de min van de spanningsbron kan lopen.

Leerdoelen

Dit kan ik al.

Dit kan ik nog niet. 

Het verschil weten tussen een geleider en een isolatoren.

Kan voorbeelden geven van geleiders en isolatoren.

Weet wat stroomsterkte is.

Weet wat stroom is.

Het verschil weten tussen een open en gesloten stroomkring

spanningsbronnen

4.2 NOVA

mavo/havo

Voorbeelden van
Spanningsbronnen

Batterijen serie schakelen

verschil stroom en spanning

Met elektrische symbolen kun je een schakeling tekenen.

Dat is een schematische weergave van je schakeling.

De juiste spanning gebruiken

Zwak licht

Doorgebrand

Perfect!

Apparaten werken alleen goed bij de juiste spanning

Stroom meten

Een stroommeter meter heeft een: 

- een aansluiting min (zwart)

- een aansluiting plus (rood)

- een schaalverdeling

De plus richting van de stroomkring sluit je aan op de plus (rood)

van de stroommeter.

De min richtingvan de stroomkring sluit je aan op de min (zwart) 

van de stroommeter.

Voltmeter

Een voltmeter heeft:

• een min-aansluiting (zwart);
  
• een of meerdere plus-aansluitingen (rood);
  
• een schaalverdeling met een wijzer.

Naast een rood aansluitpunt staat de maximale spanning die je kunt meten. Dit noem je het meetbereik

     stroommeter aansluiten - schema

Een voltmeter aansluiten

Voltmeter aansluiten

1

2

Doen:

Practicum             - proef 3 + proef 4                           

Maken online       - 4.2 opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 7   

Maandag 5 juni SO over 4.1 en 4.2!!

oefenen/leren? gebruik de flitskaartjes, maak de test jezelf en de oefentoetsen!

(tijd practicum 35 minuten)

(tijd opdrachten 15 minuten)

Leerdoelen

Dit kan ik al.

Dit kan ik nog niet. 

Het verschil weten tussen een geleider en een isolatoren.

Kan voorbeelden geven van geleiders en isolatoren.

Weet wat stroomsterkte is.

Weet wat stroom is.

Het verschil weten tussen een open en gesloten stroomkring

weten hoe je de spanning meet.

het verschil weten tussen stroom en spanning

kan de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.

uitleggen wat er gebeurt als je een apparaat niet op de juiste spanning aansluit. 

kan 3 spanningbronnen noemen.