drie manieren beschrijven waarop je de oorzaken van het versterkte broeikaseffect kunt aanpakken.
uitleggen wat het verschil is tussen adaptatie en mitigatie.
uitleggen hoe de Zandmotor helpt bij adaptatie.
voorbeelden geven van maatregelen voor adaptatie die nodig zijn in de landbouw.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare school
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Planning:
Nakijken
Introductie
Uitleg: paragraaf 4 H5
maken opdracht 2 t/m 7
nabespreken paragraaf 4
afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
drie manieren beschrijven waarop je de oorzaken van het versterkte broeikaseffect kunt aanpakken.
uitleggen wat het verschil is tussen adaptatie en mitigatie.
uitleggen hoe de Zandmotor helpt bij adaptatie.
voorbeelden geven van maatregelen voor adaptatie die nodig zijn in de landbouw.
Slide 1 - Slide
nakijken
Slide 2 - Slide
Wat is een gevolg voor Nederland van klimaatverandering?
A
Meer neerslag in de seizoenen
B
Minder neerslag, meer verdroging
C
Minder gletsjers
D
Meer energie nodig
Slide 3 - Quiz
uitleg/aantekeningen
Slide 4 - Slide
De oorzaken van klimaatverandering aanpakken
Om de gevolgen van klimaatverandering te verminderen is het het beste om de oorzaken ervan aan te pakken.
We moeten dan de uitstoot van de broeikasgassen verminderen. Dit noem je mitigatie.
Slide 5 - Slide
Sterkere kustverdediging
Omdat de zeespiegel stijgt moeten we de kust sterker maken.
De Nederlandse kust wordt beschermd door strand en duinen. Deze worden beschermd door lagen zand vanuit de zee op het strand te spuiten > zandsuppletie.
Zandsuppletie
Hierdoor ontstaat er een zandmotor.
Slide 6 - Slide
Wadi in Nederland
De wadi is een plek om water tijdelijk op te slaan. Bijv. bij veel neerslag.
Slide 7 - Slide
Een nieuwe rivier
Omdat de rivieren meer water moeten afvoeren moeten er aanpassingen worden gedaan.
Zulke aanpassingen noem je adaptatie.
Slide 8 - Slide
Adaptatie: Water langer vasthouden
Veranderd klimaat zorgt voor:
Hele natte winters, grond houdt water niet vast
Hele droge zomers.
Water uit grote rivieren wordt naar droge landbouw gebieden gepompt.
OF
Water wordt langer vastgehouden in beken.
Aanpassen!
Slide 9 - Slide
zelfstandig werken
lezen paragraaf 4 H5 maken opdracht 2 t/m 7 gebruik hierbij:
tekstboek blz. 78/79
werkboek blz. 104/105/106
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken