H2 En la tienda

• Spaans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

H2 semana 20 - En la tienda

Je kunt aan het eind van de les..

.. de kleuren herkennen in het Spaans

.. vertellen welke kleding je leuk vindt (of niet) / zoekt

.. een kort gesprek in een kledingwinkel voeren in het Spaans

¿Cuál de las frases es incorrecta?

1. Ella lleva una blusa naranja con pantalones cortos blancos. 

2. Juán lleva un jersey negro con zapatos azúl. 

3. Yo llevo una falda bonita y roja. 

Hablamos ¿Qué llevan? 

¡Me gusta mucho!

Buenos días, ¿cómo puedo ayudar?

¿Qué buscas?

Busco un vestido largo

Goedemorgen, hoe kan ik helpen?

Ik vind het heel mooi!

Wat zoek je?

Busco unos zapatos blancos

Ik zoek een lange jurk

Ik zoek witte schoenen

Qué significa:
"Busco"

1. jij zoekt
2. ik zoek
3. Hij zoekt
4. Wij zoeken

Escribe:
Ik zoek een rode blouse.

Vraag:

Te gusta(n)?

Te gusta más este o esta?

Antwoord:

No me gusta..

Me gusta (mucho)

Me gusta más este/esta/esos/esas

Vertaal:
Deze broek

1. Esos pantalones
2. Esas pantalones
3. Esta pantalones
4. Estos pantalones

Vertaal:
Dat shirt

1. Esa camiseta
2. Esta camiseta

Vertaal:
Ik vind deze schoenen mooier

1. Me gustan más esos zapatos
2. Me gustan más estos zapatos

Practicamos un dictado