Paragraaf 2.1 en 2.2

Welkom bij aardrijkskunde! 

Zorg dat je klaar zit met je werkboek, lesboek, pen en aantekeningenschrift. 
Pak een doekje om je tafel af te drogen en ontsmet je handen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij aardrijkskunde! 

Zorg dat je klaar zit met je werkboek, lesboek, pen en aantekeningenschrift. 
Pak een doekje om je tafel af te drogen en ontsmet je handen

Slide 1 - Slide

Ik leg uit wat de verschillen zijn tussen arm en rijk in de Verenigde Staten.
Ik leg uit hoe je rijkdom kunt meten met het BNP van een land, de Lorenzcurve, de koopkracht en de armoedegrens.
Ik leg uit in welke chronologische volgorde  de stad Detroit in verval is geraakt en wat de kenmerken zijn van de inwoners

Slide 2 - Slide

- Herhaling hoofdstuk 1
- Introductie V.S.
- Keuzemoment
- Uitleg of ZS
- Afronden 

Slide 3 - Slide

Hoe hoger de welvaart des te hoger het welzijn.
A
goed
B
fout
C
soms

Slide 4 - Quiz

Welke vorm stadsvernieuwing?
A
Saneren
B
Renoveren
C
Vinex-wijk
D
Nieuwbouw

Slide 5 - Quiz

Het opknappen van verouderde huizen noemen we saneren.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

Het verbeteren van de woningen in een woonwijk noem je ook wel:
A
Renovatie
B
Sanering
C
Nieuwbouw
D
Armoedebeleid

Slide 7 - Quiz

Problemen met leefbaarheid kan je oplossen door:
A
Een bestemmingsplan toe te passen
B
een wijkcentrum te bouwen
C
Bewoners een extraatje te geven
D
een snelweg aan te leggen

Slide 8 - Quiz

Hoe noemen we de zogenaamde 'aandachtswijken' ook wel?
A
Achterstandswijken
B
Prachtwijken
C
Krachtwijken
D
Vogelaarwijken

Slide 9 - Quiz

Waarom trekken jongeren veelal naar de Randstad?
A
beter wonen, rust en landelijk
B
beter werk, hoger inkomen
C
grotere huizen, lagere grondprijzen
D
Hogere opleidingen, betere ziekenhuizen

Slide 10 - Quiz

2. Arm en rijk in de Verenigde Staten

Slide 11 - Slide

Begrippen
✅ BNP
✅ HDI
✅ globalisering
✅ armoedegrens
✅ Lorenzcurve
✅ koopkracht

Slide 12 - Slide

Wat weet jij al? Beantwoord in stilte de volgende vragen
1. Heeft de VS een hoog of laag ontwikkelingspeil?
2. Wat weet jij over de armste bevolking in Amerika?
3. Wat weet jij over de rijkste bevolking van de VS?
4. Heeft iedereen in de VS een gelijk besteedbaar inkomen denk je? 
5. Wat gebeurt er in de VS als je geen werk hebt? 

Slide 13 - Slide

Bnp = bruto nationaal product = De waarde van alle goederen en diensten die in een land worden gemaakt in één jaar. 

HDI = Human Development Index




Slide 14 - Slide

Lorenzcurve
Lorenzcurve = Grafiek die de inkomensongelijkheid in een land weergeeft.

Conclusie
Totale bnp heel hoog
  • Niet iedereen profiteert daar evenveel van. 
  • Koopkracht armste groep Amerikanen is heel klein. 

Totale bnp heel hoog
Niet iedereen profiteert daar evenveel van.
Koopkracht armste groep Amerikanen is heel klein. 

Slide 15 - Slide

Welzijn = Mate waarin iemand zich gezond, veilig, gelukkig en verbonden voelt met andere mensen. (Levensverwachting, analfabetisme, koopkracht).
Levensverwachting = Het aantal jaren dat iemand op een bepaalde leeftijd waarschijnlijk nog te leven heeft.

Analfabetisme = Het percentage van de bevolking van mensen die ouder zijn dan 15 jaar en nog niet kunnen lezen of schrijven.

Koopkracht = De producten en diensten die iemand met zijn inkomen kan kopen.

Slide 16 - Slide

Welvaart = Genoeg geld hebben en goed kunnen voorzien in de behoefte aan voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.

Koplopers = Ontwikkelde landen. Rijke landen waar de meeste mensen in de diensten werken. = Centrumlanden  

Volgers = Minder rijke landen die wel op weg zijn in hun ontwikkeling. = BRIC-landen (Brazilie, Rusland, India, China)

Achterblijvers = Arme landen waar veel mensen in de landbouw werken. In de wereldhandel spelen ze geen belangrijke rol.

Slide 17 - Slide

Human Development Index (Ontwikkelingsindex
Human Development Index (HDI) van de Verenigde Naties meet voornamelijk armoede, analfabetisme, onderwijs en levensverwachting in een bepaald land of gebied. 

Slide 18 - Slide

2.2 Rijk en Arm in de
stad Detroit

Slide 19 - Slide

2.1 Arm en rijk in Detroit 

Begrippen uit deze les











  • Suburbs
  • werkloosheid
  • Automatisering
  • Leefomgeving
  • Werkgelegenheid

Slide 20 - Slide

Vanaf 1950: Het verval van Detroit 
Rijke mensen naar buitenwijken: Suburbs
  • ruime woonwijken
  • mensen met een auto
  • hoge salarissen

Het Centrum minder aantrekkelijk:
  • hoogbouw
  • weinig ruimte, tekort aan woningen
  • geen tuin
  • druk

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

3-1-4-2

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link