V2: Basisstof 2 - Pubertijd en Basisstof 3 - Vruchtbaar worden

Voortplanting
En seksualiteit

Deze les: Basisstof 2
Uitleg over de pubertijd en controle vragen
Zelfstandig werken aan de leerdoelen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voortplanting
En seksualiteit

Deze les: Basisstof 2
Uitleg over de pubertijd en controle vragen
Zelfstandig werken aan de leerdoelen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen b2
4.2.4 Je kunt uitleggen wat de functie is van hormonen.
4.2.5 Je kunt de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven.

Als je in de puberteit komt, verandert je lichaam en veranderen je gevoelens. Deze veranderingen ontstaan door de hormonen in je lichaam.

Slide 2 - Slide

In de pubertijd veranderen jouw gedachten, gevoelens en jouw lichaam.
Dit wordt veroorzaakt door hormonen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

In de pubertijd maken jongens vooral meer oestrogeen (hormoon) aan waardoor hun secundaire geslachtsorganen ontwikkelen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Secundaire geslachtskenmerken
Geslachtshormonen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Testosteron en oestrogeen worden gemaakt in resp. de teelballen en de eierstokken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Hoe weten die eierstokken en teelballen dat ze hormonen moeten produceren?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Bij veel vrouwen zijn de twee borsten precies even groot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Om ophopingen van smegma te voorkomen is het goed om het geslachtsorgaan te wassen met water en zeep.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Geestelijke verandering
Bij geestelijke veranderingen horen de veranderingen in je gedachten, gevoelens, zelfstandigheid en sociale leven.

Tegenover je ouders, je vrienden, jezelf. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken aan de leerdoelen van b2.

4.2.4 Je kunt uitleggen wat de functie is van hormonen.
4.2.5 Je kunt de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven.

Opgaven 1 t/m 9 maken, nakijken.
Basisstof 2 bestuderen.
Maak eerst basisstof 1 af!!!

Slide 18 - Slide

Basisstof 3
Vruchtbaar worden

Wat is vruchtbaar?

Slide 19 - Slide

Leerdoelen b3 
4.3.6 Je kunt uitleggen hoe zaadcellen en eicellen worden gevormd.
4.3.7 Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.


Vanaf de puberteit zorgen hormonen voor de productie van zaadcellen en de rijping van eicellen. Vanaf dat moment ben je vruchtbaar.

Slide 20 - Slide

Vorming sperma
Mannelijke zaadcellen (spermacellen) teelballen:
  • Worden gemaakt in de teelballen
  • Opgeslagen in de bijballen
  • Vervoerd door de zaadleiders
  • Vocht wordt toegevoegd door prostaat en zaadblaasjes
                                 
    Samen  noemen we dit sperma


Slide 21 - Slide

Baarmoederslijmvlies
Dik baarmoederslijmvlies. geeft mogelijkheid innesteling bevruchte eicel.
Bij geen bevruchting: afstoting baarmoederslijmvlies

Slide 22 - Slide

Menstruatie
Menstruatiecyclus duurt ongeveer iedere
28 dagen

Menstruatie duurt ongeveer 4 tot 7 dagen

Chagrijnig/nerveus/verdrietig/hoofdpijn/
rugpijn/buikkramp
Vooraf of tijdens de menstruatie

Slide 23 - Slide

Menstruatie cyclus
Twee belangrijke momenten: 
menstruatie | ovulatie 

Slide 24 - Slide

Menstruatie middelen
Om het bloed en slijm op te vangen. 

Docent laat 
voorbeelden zien

Slide 25 - Slide

Zaadcel
Eicellen
Ontwikkelen beter bij een iets lagere temperatuur dan het lichaam
Gemaakt in de teelballen
Gemaakt in de eierstokken
Gemaakt in de eileiders
Gemaakt in de bijballen
Zijn al voor de geboorte gevormd, maar rijpen uit. 
Wordt vocht aan toe gevoegd vanuit o.a. de prostaat.
Na afbraak worden resten geresorbeerd in het bloed.
Wordt vervoerd door de urinebuis om het lichaam te verlaten.
Vrijkomen wordt ovulatie genoemd.
Vrijkomen wordt ejaculatie genoemd.
Blijft ongeveer 12 tot 24 uur in leven.

Slide 26 - Drag question

Op welke dag van de cyclus vindt de eisprong plaats?
A
Tussen dag 1 en dag 7
B
Tussen dag 7 en dag 28
C
Rondom dag 14

Slide 27 - Quiz

Zelfstandig werken aan de leerdoelen van b3
4.3.6 Je kunt uitleggen hoe zaadcellen en eicellen worden gevormd.
4.3.7 Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.

Opgaven 1 t/m 10 maken, nakijken
Basisstof 3 bestuderen

Slide 28 - Slide