This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wie heeft er Sinterklaas gevierd of gaat het nog vieren?
Slide 2 - Mind map
Doel van de les:
Je kan een kwartier stillezen
Je kan argumenten verzinnen volgens A.U.B-methode.
Je kan een tegenargument bedenken met weerlegging.
Je neemt deel aan het debat
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Waarom moeten we leren argumenteren?
voor later in je werk
voor situaties waarin je wilt uitleggen waarom je iets vindt
VOOR DE REST VAN DE EXAMENS NEDERLANDS!!!! (schrijven, spreken, gesprekken)
Slide 5 - Slide
Argumenten beoordelen
De argumenten sluiten inhoudelijk aan op het standpunt
Het standpunt volgt logisch uit de argumenten.
De argumenten zijn inhoudelijk correct
De argumenten bevatten geen drogredenen.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Wil jij iemand overtuigen van jouw mening/standpunt?
Dan kom je natuurlijk met argumenten vóór jouw standpunt, maar geef je ook aan waarom mensen tegen zouden kunnen zijn. Deze argumenten weerleg je vervolgens om jouw standpunt nóg sterker te maken
Slide 9 - Slide
Even oefenen
Slide 10 - Slide
Alcoholproducten moeten 2 keer zo duur worden. Standpunt VOOR. Wat is jouw argument?
Slide 11 - Open question
Alcoholproducten moeten 2 keer zo duur worden. Standpunt VOOR. Wat is jouw tegenargument met weerlegging?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Video
Nu zelf verder.
We gaan in debat.
Verdeel de klas in 2 groepen
Jullie krijgen zo een stelling.
De ene groep is VOOR
De andere groep TEGEN
Slide 14 - Slide
IEDERE WERKNEMER MOET EEN MAAND PER JAAR STAGELOPEN IN EEN ANDERE SECTOR.
Slide 15 - Slide
o365zadkine-my.sharepoint.com
Slide 16 - Link
1. Benoem drie dingen die je geleerd hebt 2. Benoem twee dingen die je nog wilt leren 3. Benoem één vraag die je de volgende keer beantwoord wilt hebben