Methodisch werken 29 mrt

Werkplanning
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkplanning

Slide 1 - Slide

Even opfrissen

Slide 2 - Slide

Uit hoeveel fasen bestaat het verpleegkundig proces?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 3 - Quiz

Wat zijn achtereenvolgens de stappen van het verpleegkundig proces?
A
anamnese-doelen-evaluatie- diagnose
B
diagnose- doelen- interventies- evaluatie
C
anamnese- doelen - diagnose- interventies
D
anamnese-diagnose- interventies-evaluatie

Slide 4 - Quiz

Wat is fase 1 van het verpleegkundig proces?
A
Planningsfase
B
Evaluatiefase
C
Diagnostische fase
D
Uitvoerende fase

Slide 5 - Quiz

Wat is fase 3 van het verpleegkundig proces?
A
planningsfase
B
evaluatiefase
C
Diagnostische fase
D
uitvoeringsfase

Slide 6 - Quiz

Monitoren is een onderdeel van ... van het verpleegkundig proces
A
Diagnose
B
Evaluatie
C
Planning
D
Uitvoering

Slide 7 - Quiz

  • Formuleren en rapporteren
  •  Overleggen
  • Samenwerken
  • Communicatie
  • Delegeren
  • Plannen en organiseren
  • Kwaliteit
  • Verantwoordelijkheid

Wat hoort er allemaal bij coördineren van zorg
  • Taak gericht werken
  • Prioriteiten stellen
  • Analyseren
  • Zorgvrager gericht zorgverlenen
  • Kennis
  • Continuïteit
  • Aanspreekpunt

Slide 8 - Slide

Aan de slag
  • Verdiepingsopdracht Werkplanning maken.
  • Integratieve opdracht. 

Slide 9 - Slide

Wat is het doel van een werkplanning?

Slide 10 - Open question

Doel werkplanning

  • Op een systematische manier uitvoering te geven aan je werkzaamheden. 

Slide 11 - Slide

Werkplanning maken
Methodisch
Logische volgorde
Afstemmen op patient, disciplines, collega's

Slide 12 - Slide

Wat betekent coördineren van zorg?

Slide 13 - Open question

Coördineren 
Het coördineren van zorg en ondersteuning houdt in:
  • Maken van goede afspraken: je spreekt met elkaar af wie wat, wanneer doet in de dagelijkse ondersteuning van de cliënt, zodat iedereen weet wat hij moet doen;
  • Plannen van het werk: je overdenkt wat je moet doen en plaatst je taken in een logische volgorde, voordat je aan het werk gaat;
  • Organisatie van het werk: je denkt er op tijd over na wat je nodig hebt om je werkzaamheden goed te organiseren;
  • Overleg voeren: je voert werkoverleg met collega’s, overleg met cliënten en mantelzorgers, maar ook overleg met professionals buiten je organisatie;
  • Informatieoverdracht: denk aan de rapportage van gegevens of nieuwe afspraken aan collega’s of het geven van informatie aan de cliënt.

Slide 14 - Slide