2HV Ch3 Bron D

Het aanwijzend voornaamwoord
Chapitre 3, Bron D (p. 110)
1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Het aanwijzend voornaamwoord
Chapitre 3, Bron D (p. 110)

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling Bron D (aanw vnw)
  • Bron F afmaken (logische puzzel) 

Slide 2 - Slide

Na deze les:
- weet je wat een aanwijzend voornaamwoord in het NL & FR is
- weet je hoe je het aanwijzend voornaamwoord gebruikt in het FR 
- Weet je eindelijk wat de woordjes ce / cet / cette / ces betekenen :)

Slide 3 - Slide

SO ABCD
Chapitre 3, Bron ABCD
Volgende week dinsdag 15 december

Leren: 
- Bron A & B: woordjes
- Bron C: zinnen
- Bron D: grammatica (doen we vandaag)

Slide 4 - Slide

Laten we eerst beginnen met het ophalen van voorkennis.
Weet je nog wat een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands is?
Klik in de lessonup op dit icoontje voor het geluidsfragment

Slide 5 - Slide

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 6 - Quiz

Wat zou een aanwijzend voornaamwoord dan in het Frans zijn?
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 7 - Quiz

Toelichting aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands 
Een aanwijzend voornaamwoord vertelt zelf eigenlijk al wat het doet. Je gebruikt het wanneer je iets aanwijst. Dus bijvoorbeeld:
Dat meisje heeft een mooie tekening gemaakt.
 Dat = aanwijzend vnw
Klik op het geluidsicoontje

Slide 8 - Slide

On regarde la vidéo
We kijken naar de uitlegvideo

Slide 9 - Slide

En dan nu in het Frans..
Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:






Om te weten welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het woord ná het aanwijzend vnw. Als dat woord vrouwelijk is, gebruik je de vrouwelijke vorm van het aanwijzend vnw, etc

Slide 10 - Slide

Stappenplan aanwijzend vnw
Stap 1 : Kijk naar het woord ACHTER het aanwijzend voornaamwoord. 
Staat het in het meervoud? [meestal eindigt het op  x / s.] --> gebruik CES
par exemple: Ces garçons ont beaucoup de devoirs  

Stap 2: is het woord vrouwelijk? [woorden uit je woordenlijst met lidwoord "la"] --> gebruik CETTE
par exemple: Cette salade est délicieuse.

Slide 11 - Slide

Aanwijzend vnw [aantekening] deel 2
* Woorden [met lidwoord un / le] zijn mannelijk. De volgende stappen zijn voor woorden in het MANNELIJK ENKELVOUD 

Stap 3a: controleer of het woord begint met een klinker / h 
Gebruik: CET.  par exemple: Cet hôtel est fermé.
Stap 3b: mannelijk enkelvoud. Gebruik: CE
par exemple: Ce garçon travaille bien!

Slide 12 - Slide

Let op!
De regel met klinkerbotsing geldt alléén bij mannelijk enkelvoud

homme (m) --> cet homme
école (v) --> cette école 
(en geen cet école)

Slide 13 - Slide

En nu even oefenen:

Slide 14 - Slide

sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw 
ce
cet
cette
ces
épinards
table (v)
chaise (v)
homme (m)
stylo (m)
devoirs
journaux

Slide 15 - Drag question

_____ livre [mannelijk]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 16 - Quiz

________ autographe [mannelijk]
A
cette
B
ce
C
ces
D
cet

Slide 17 - Quiz

______agenda [mannelijk]
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 18 - Quiz

________ filles [vrouwelijk]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 19 - Quiz

_______ billet [mannelijk]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 20 - Quiz

______ soirée [vrouwelijk]
A
cette
B
cet
C
ce
D
ces

Slide 21 - Quiz

________ garçons
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 22 - Quiz

_____ acteur [mannelijk]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 23 - Quiz

_______ émission (v)
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 24 - Quiz

________ magazine (m)
A
cet
B
cette
C
ce
D
ces

Slide 25 - Quiz

______ journaux
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 26 - Quiz

________ dame (v)
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 27 - Quiz

______ chanteuses (v)
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 28 - Quiz

______ salade (v)
A
cet
B
ce
C
ces
D
cette

Slide 29 - Quiz

Huiswerk voor morgen
ex. 17acd, 18ab, 19, 20ab

Tip:
Weet je niet of een woord mannelijk of vrouwelijk is?
Zoek het op in de woordenlijst achter in je boek, of online
(bijvoorbeeld: www.mijnwoordenboek.nl) 

Slide 30 - Slide

bron F
Klaar? Slim stampen
bron F

Slide 31 - Slide