4.4 Eén volk, één land, één leider, 1933 - 1939

De Rijksdagbrand
A
vormde het startpunt van het totalitarisme in Duitsland
B
bracht Hitler aan de macht
C
leidde tot de Kristallnacht
D
was het werk van een internationale communistische samenzwering
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Rijksdagbrand
A
vormde het startpunt van het totalitarisme in Duitsland
B
bracht Hitler aan de macht
C
leidde tot de Kristallnacht
D
was het werk van een internationale communistische samenzwering

Slide 1 - Quiz

Welk begrip past het best bij deze foto?
A
Eén Leidersbeginsel
B
Propaganda
C
Indoctrinatie
D
Hitlerjugend

Slide 2 - Quiz

Welke twee kenmerken horen bij organisaties als de Hitlerjugend en Bund Deutscher Mädel?
A
Indoctrinatie
B
Terreur
C
Gelijkschakeling
D
Dictatuur

Slide 3 - Quiz

Wat leerden meisjes bij de Bund Deutscher Mädel?
A
knopen leggen en schoenen poetsen
B
vechten en afwassen
C
kinderopvoeding
D
sporten en vechten

Slide 4 - Quiz

Wat was het doel van de Hitlerjugend?
A
jongeren opvoeden tot kritische en zelfstandige burgers
B
jongeren opvoeden tot gedisciplineerde nationaal-socialisten
C
zelfredzaamheid en burgerschapszin van jongeren vergroten
D
plezier beleven en sporten

Slide 5 - Quiz

De afbeelding hiernaast is een voorbeeld van...
A
jodenhaat
B
propaganda
C
nazificatie
D
censuur

Slide 6 - Quiz

Wat is gelijkschakeling?
A
Alle maatregelen om van Duitsland een totalitaire staat te maken.
B
Het inkomen en de macht moest gelijk verdeeld worden
C
Scholen en kranten mochten alleen maar ideeën verspreiden die de nazi's goedkeurden
D
Mensen die tegen de nazi's zijn worden in concentratiekampen opgesloten.

Slide 7 - Quiz

Wat is stap 2 in het bereiken van een totalitair regime in Duitsland?
A
Nazificatie van de samenleving
B
Dreigen met oorlog
C
Veroveren van Duitstalige gebieden
D
Uitsluiting van joden

Slide 8 - Quiz

Wat heeft niet te maken met gelijkschakeling?
A
censuur
B
propaganda
C
indoctrinatie
D
democratie

Slide 9 - Quiz

Wat is nog een goed voorbeeld dat bij gelijkschakeling past?
A
Er kwam een avondklok (spertijd)
B
Voedsel werd alleen beschikbaar via distributiebonnen.
C
De 'kultuurkamer' controleerde het werk van journalisten, schrijvers en kunstenaars.
D
Mensen die tegen de nazi's zijn worden in concentratiekampen opgesloten.

Slide 10 - Quiz

Waar wijst het 'totaal' in het woord 'totalitarisme' op?
A
Op de totale hoeveelheid aan ideeën
B
Op het totaal beheersen van de bevolking
C
Op het veroveren van de totale wereld
D
Op het totaal aantal dictaturen

Slide 11 - Quiz

Wat past NIET bij het totalitarisme van de nazi's in de jaren dertig?
A
onderwijs wordt genazificeerd
B
joden worden verzameld in getto's en later vergast
C
de moederrol van vrouwen wordt verheerlijkt
D
Bij Dachau wordt het eerste concentratiekamp opgericht

Slide 12 - Quiz

Wat is een gevolg van de Neurenberger Wetten?
A
Joden raakten hun burgerrechten kwijt
B
Joden mochten niet meer met niet-Joden trouwen
C
De hoofdstad van Duitsland werd Neurenberg
D
De eerste concentratiekampen werden in Neurenberg gebouwd

Slide 13 - Quiz

Een kenmerk van de NSDAP was antisemitisme.
Wat is antisemitisme?
A
Haat tegen de Joden
B
Haat tegen de communisten
C
Tegen een democratie
D
Tegen de Fransen

Slide 14 - Quiz

.
Herinneringen van een jongen die in Duitsland woonde (1936): 'We werden nu door Hitler ineens Joden genoemd. Maar mijn ouders en ik hadden niets met het Jodendom of het joodse geloof. Vóórdat de nieuwe wetten werden ingevoerd, waren we Duitsers. Nu zijn we alleen nog maar Joden.'
De nieuwe wetten hadden grote gevolgen voor het dagelijks leven van de jongen.  
Vraag: Welke nieuwe wetten worden bedoeld? Noem ook een gevolg van deze wetten voor de jongen.
 Doe het zo: De nieuwe wetten die bedoeld worden, zijn ....… Een gevolg voor de jongen was …....

Slide 15 - Open question

De Kristallnacht
A
is de nacht waarin synagogen en Joodse winkels en huizen in brand zijn gestoken
B
is de nacht van de staatsgreep van Hitler in 1923
C
is de nacht waarin de nazi's het Rijksdaggebouw in brand hebben gestoken.
D
heeft niets met Hitler en Duitsland te maken.

Slide 16 - Quiz

Als eerste
Als tweede
Als derde
Als vierde
Als vijfde
Als zesde
Als zevende
Doorgangskamp
Kristallnacht
Deportatie
Vernietigingskamp
Onderduiken
Razzia
Duitse inval NL

Slide 17 - Drag question

Deportatie
Antisemitisme
Kristallnacht
Rassenleer

Slide 18 - Drag question