This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
prikaccident
Prikaccident
Voorbehouden handelingen
Slide 1 - Slide
Lesdoelen:
Weten wat er bedoeld wordt met "Prikaccidenten"
De gevaren kennen van "Prikaccidenten"
Weten wat er moet gebeuren na een "Prikaccident"
Weten hoe je "Prikaccidenten" kunt voorkomen
Slide 2 - Slide
Waaraan denk je bij het woord "Prikaccident"
Slide 3 - Mind map
Van een prikaccident is sprake;
A
Als je een zorgvrager een injectie geeft
B
Als je jezelf prikt met de naald waarmee je de zorgvrager een injectie hebt gegeven
C
Als je de injectienaald kwijt bent
D
Als er geen naalden meer op voorraad zijn
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Wat behoort niet tot de prikaccidenten?
A
Als ik mezelf prik aan een gebruikte naald
B
Als het buurjongetje gebeten wordt door de hond
C
Als oma zich verbrand aan de hete kacheldeur
D
Als de tandartsassistente bloedspetters in haar oog krijgt
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Welke ziekte kan je krijgen na een prikaccident?
A
kanker
B
hepatitis
C
mazelen
D
covid
Slide 9 - Quiz
Welke aandoeningen kunnen er overgedragen worden?
Hepatitis A, B en C
HIV
Slide 10 - Slide
Wat is belangrijk bij een prikaccident? A: Wondje goed laten bloeden B: Het prikaccident direct melden C: Wondje desinfecteren met alcohol 70% D: Net doen alsof er niets gebeurd is
A
Alleen A is juist
B
A en B is juist
C
A, B en C is juist
D
D is juist
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
cijfers
Naar schatting worden er in Nederland jaarlijks 13.000 -15.000 prikaccidenten gemeld. Daarbij moet aangetekend worden dat slechts de helft van de prikaccidenten die zich hebben voorgedaan wordt gemeld. 95 procent van de gemelde prikaccidenten is beroepsgebonden.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Slide
Wat is de juiste volgorde van handelen bij een prikaccident?