LEESVAARDIGHEID

LEESVAARDIGHEID
Doel: Je weet welke tekstdoelen er zijn.
Je weet wat signaalwoorden zijn en kan daar een tekstverband bij noemen.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1,2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

LEESVAARDIGHEID
Doel: Je weet welke tekstdoelen er zijn.
Je weet wat signaalwoorden zijn en kan daar een tekstverband bij noemen.

Slide 1 - Slide

WELKE TEKSTDOELEN?

Slide 2 - Mind map

Signaalwoorden (uitleg) 
Tekstverband:                                                  Signaalwoord:
Opsomming                                                 en , ook, vervolgens, ten                                                                                     eerste, ten tweede, etc.
                                 


Slide 3 - Slide

Signaalwoorden 
Tekstverband:                                Signaalwoord:

reden/ argument                          want, omdat, daarom

conclusie/ standpunt                  dus, kortom, dan ook

tegenstelling                                 maar, echter, toch



Slide 4 - Slide

Signaalwoorden
Een voorbeeld kun je aankondigen met een signaalwoord:
bijvoorbeeld, zoals, denk maar aan, zo, neem nou, ...



Slide 5 - Slide

Signaalwoorden 
van voorbeeld
Signaalwoorden 
van reden
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van conclusie
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
vervolgens
echter
kortom
ten tweede
want
bijvoorbeeld
omdat
zoals
al met al
vervolgens
maar
daarentegen
ook

Slide 6 - Drag question

Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Slide 7 - Drag question

Tekstverband = reden
Tekstverband = tegenstelling
Signaalwoord:         want
Signaalwoord
    omdat
Signaalwoord:
      echter
Signaalwoord:
    maar

Slide 8 - Drag question

Leesopdracht

Slide 9 - Slide

Maak een zin met een signaalwoord voor een reden.

Slide 10 - Open question