Methodiek quiz

Methodiek quiz
Jihane en Jana
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Methodiek quiz
Jihane en Jana

Slide 1 - Slide

Noem 2 kenmerken van methodisch werken

Slide 2 - Open question

Waar staat SMART voor?

Slide 3 - Open question

Maak de zin kloppend: ….... is het in beeld brengen van de kenmerken van de doelgroep.

Slide 4 - Open question



Word de visie op pedagogisch werk beïnvloed door cultuur
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Leg het begrip formeeldoel uit

Slide 6 - Open question

Doel dat officieel is vastgesteld, waarvan iedereen op de hoogte is en waarover duidelijke afspraken zijn gemaakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Een langetermijndoel is
A
Vanavond op tijd thuis komen
B
Je rijbewijs halen
C
Je kamer opruimen
D
Een werkstuk voor volgende week afmaken

Slide 8 - Quiz

Er zijn verschillende soorten doelen, je kunt onderscheid maken in: een organisatiedoel, afdelingsdoel, persoonlijk doel, korttermijndoel, langetermijndoel, individueel doel en groepsdoel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Leg uit wat doelgericht werken is

Slide 10 - Open question

In welke volgorde moet je methodisch handelen in het beschrijven van de doelgroep en de beginsituatie van de client?

Slide 11 - Open question

Bij het maken van een doelgroep analyse gebruik je algemene gegevens die gelden voor 1 kind
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Als pedagogisch medewerker handel je:
A
Doelbewust, planmatig en procesmatig
B
Doelbewust, rustig en procesmatig
C
Planmatig, procesmatig en in een team
D
Procesmatig en doelbewust

Slide 13 - Quiz

Een informeel doel is een doel dat niet officieel is vastgesteld waar niet iedereen van op de hoogte is en waarover geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over het nastreven ervan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Noem 2 verschillende doelgroepen waarmee je als onderwijsassistente in aanmerking komt.

Slide 15 - Open question

Wanneer maak je gebruik van de smart methode?

Slide 16 - Open question

Waar let je op als je een beeld wilt vormen van een client?
A
Leeftijd, hobby's, geslacht
B
Leeftijd, hobby's, geslacht
C
Nationaliteit, geloof, financiële positie
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 17 - Quiz

Einde quiz

Slide 18 - Slide