Grammatica 2 TL, blok1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Wat leren we?

• zinsdelen
• persoonsvorm
• onderwerp
• werkwoordelijk gezegde

Grammatica

Verdeel de zin in zinsdelen. Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
Renzo schrijft graag elke dag een gedicht voor Nina.

1. 3
2. 5
3. 4
4. 6

Zinsdelen
Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
'Op 11 mei starten de scholen weer.'

1. 4 zinsdelen
2. 5 zinsdelen
3. 3 zinsdelen
4. 6 zinsdelen

De jongens gooiden sneeuwballen

wwg=?

1. de jongens
2. gooiden
3. sneeuwballen

Hoe vind je de pv?

1. Wie of wat + pv?
2. De zin vragend maken
3. De zin in een andere tijd zetten
4. De volgorde van de zin veranderen

Waar zijn de zinsdelen goed verdeeld?

1. Zijn / broertje / maakte / die lastige / breuken zonder / fouten.
2. Zijn broertje / maakte / die / lastige breuken / zonder fouten.
3. Zijn broertje / maakte / die lastige breuken / zonder fouten.

Wat is stap 3?
pv-zinsdelen-?

1. onderwerp benoemen
2. werkwoordelijk gezegde benoemen
3. lijdend voorwerp benoemen
4. zinsdeelstrepen zetten

Deze zin heeft drie zinsdelen.

Klopt dat?

1. nee
2. ja

De persoonsvorm is 1 zinsdeel.

1. waar
2. niet waar

Verdeel de zin in zinsdelen. Hoeveel zinsdelen heeft deze zin? - Achmed wil graag een zoen geven aan Amira.

1. 3
2. 5
3. 4
4. 6

De PV is altijd een werkwoord

1. juist
2. onjuist