Boekendoos

Boekendoosopdracht
Fictie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Boekendoosopdracht
Fictie

Slide 1 - Slide

Van schoenendoos naar boekendoos
Voor deze opdracht heb je een schoenendoos nodig.
 Je gaat namelijk een boekendoos maken over het boek dat je hebt gelezen.

Week 27 moet de schoenendoos af zijn.

Slide 2 - Slide

Stap 1
Lees een boek.
(31 mei uit)

Slide 3 - Slide

Stap 2
Maak een korte samenvatting van de inhoud van het boek.

  • Wie is de hoofdpersoon?
  • Waar speelt het verhaal zich af?
  • Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen?
  • Hoe loopt het verhaal af?

De samenvatting moet minstens           10 zinnen lang zijn, maximaal 1 A4

Slide 4 - Slide

Stap 3

Bedenk minimaal drie beoordelingswoorden en leg die uit met voorbeelden uit het boek!

Slide 5 - Slide

Stap 4
  • Zorg ervoor dat je een schoenendoos hebt. 

  • Verzamel 8 voorwerpen die een belangrijke rol in het verhaal spelen volgens jou.
  • GEEN personen
  • GEEN plaatjes van voorwerpen

Slide 6 - Slide

Stap 5
  • Aan elk voorwerp bind je een kaartje.
  • Voorkant kaartje: citaat uit het boek
  • Achterkant kaartje: uitleg waarom het voorwerp belangrijk is

Slide 7 - Slide

Stap 6
  • Je kiest een kleur die past bij je boek en verft of beplakt de doos in die kleur.
  • De buitenkant van de doos versier je daarna met plaatjes die iets zeggen over het boek (hoofdpersonen, omgeving en beoordelingswoorden).
  • Ook de binnenkant van de doos probeer je aantrekkelijk te maken. 

Slide 8 - Slide

Stap 7
  • Op de deksel plak je jouw tekening van de voorkant van het boek.
    Nateken tip!

  • Schrijf ook je naam en klas op de deksel van de boekendoos.

Slide 9 - Slide

Stap 8
  • Presenteer kort je boekendoos in de klas.
  • Je vertelt wat er in de samenvatting staat en legt daarna uit wat er op en in de doos staat / ligt en waarom je dat hebt gekozen (wat heeft het met het verhaal te maken?).

  • De presentatie duurt 3-5 minuten

Slide 10 - Slide

Voorbeeld 1
  • Wat zie je?

  • Wat vind je goed?

  • Wat vind je minder goed?

Slide 11 - Slide

Voorbeeld 2
  • Wat zie je?

  • Wat vind je goed?

  • Wat vind je minder goed?


Slide 12 - Slide

Voorbeeld 3
  • Wat zie je?

  • Wat vind je goed?

  • Wat vind je minder goed?


Slide 13 - Slide

Voorbeeld 4
  • Wat zie je?

  • Wat vind je goed?

  • Wat vind je minder goed?


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video