Luistervaardigheid

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Watching / listening

00:42

Eet hij ook andere dingen dan pizza?

1. Ja, hij eet ook kaas
2. Nee, hij eet alleen pizza
3. Ja, maar bijna nooit

01:21

Waar was Josh heel erg goed in?

02:15

Waar heeft Josh 's ochtends last van?

00:16

Binnen hoeveel uur kan de schoen gevonden worden?

1. 4 uur
2. 24 uur
3. 20 uur
4. 2 uur

00:38

Hoe heet de jongen in de Snap chat van DJ Khaled?

1. Kid
2. Frank
3. Ben
4. Glenn

00:57

Wat is zijn geboorte naam?

1. Benjamin Kapelishnik
2. Benjamin Kicks
3. Sneaker Don

01:25

Hoelaat komt Ben thuis?

1. 2 o'clock
2. 3 o'clock
3. 4 o'clock
4. 5 o'clock

02:01

Wat waren de eerste sneakers die Ben kocht?

1. Jordans
2. Galaxy
3. Nike
4. Lebrons

02:23

Waar wil hij de eerste winkel openen?

1. L.A.
2. Miami
3. Chicago
4. New York

00:21

Waar is Kolja het meest bekent van?

1. being an artist
2. working on tv
3. making moving robot sculptures

00:40

Hoe zorgde Kolja ervoor dat zijn robots gingen bewegen?

1. air pressure pistons
2. creating digital commands
3. adding water to the robots

01:19

Waar begint Kolja mee als hij de band leden gaat maken?

1. musical parts: the instruments
2. musical parts: fingers or pluggings
3. the character

01:38

Welke 3 instrumenten spelen de robots?

1. electric guitar, drum kit & saxophone
2. piano, cello & flute
3. bass guitar, drum kit & flute

02:23

Waarom gebruikt Kolja 'scrap metal'?

1. because it is cheaper
2. becaause it looks nice
3. there is so much waste in the world

02:57

Wie heeft Josh overtuigd om mee te doen aan dit programma?

1. Dr. Mike
2. Zijn vader
3. Zijn moeder
4. Zijn oom

04:11

Hoe voelt Josh zich als hij al deze pizzadozen ziet?

05:37

Waarom moet Josh het vet overgieten in de grote emmer?

07:12

Welk ingrediënt van de pizza kan Josh niet tegen?

1. Het meel
2. Het vlees
3. De kaas
4. de tomaat

08:32

Welke uitdaging gaat Josh nu aan?

00:13

Hoe veel burgers eet Victor elk jaar?

00:44

Waarom vindt Victor cheeseburgers zo lekker?

1. Hij houdt erg van vlees
2. Hij at als kind ook al veel cheeseburgers
3. Hij is allergisch voor bijna al het andere eten
4. Hij weet wat er ingaat en het is vertrouwd

01:30

Victor vindt dat het eten van zijn vrouw er vies uitziet

1. waar
2. niet waar

02:35

Wat was het eerste dat Victor deed toen hij de burgers zag?

03:29

Ondanks de vele burgers die Victor eet is hij nog aardig gezond

1. waar
2. niet waar

04:46

Wat vond Victor van de burger met sla?

06:26

Heeft Victor valsgespeeld

1. Nee, helemaal niet
2. Ja, maar één keer in een week
3. Ja, maar twee keer in een week
4. Ja, hij hield het geen drie dagen vol