Stevigheid en beweging 2

1 / 48
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Weet je de 4 functies van het skelet nog?
( Denk aan de 4 plaatjes)

Slide 2 - Open question

Doel van deze les
  • Je weet waaruit botten bestaan
  • op welke 4 plekken kraakbeen zit

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Samenstelling van botten
Kalk ( voor de stevigheid)

Lijmstof ( buigzaam)

Slide 5 - Slide

kraakbeen in oren
Kraakbeen in neus

Slide 6 - Slide

Kraakbeen tussen borstbeen en begin ribben
Kraakbeen tussen wervels

Slide 7 - Slide

Baby is soepel door veel lijmstof in de botten
Bejaarde breekt snel wat doordat lijmstof minder wordt

Slide 8 - Slide

Waaruit bestaan botten?
A
lijmstof
B
kraakbeen
C
kalk en kraakbeen
D
kalk en lijmstof

Slide 9 - Quiz

Noem 4 plaatsen waar kraakbeen zit

Slide 10 - Open question

Zit er in de botten van bejaarden meer lijmstof?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Zit er in de botten van baby's meer kalk?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz


Slide 13 - Slide

Welke 3 dingen heb je deze les geleerd?

Slide 14 - Open question

Basisstof 3: Beenverbindingen

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de verschillende beenverbindingen benoemen en herkennen
Je kunt de onderdelen van het gewricht benoemen
Je kunt uitleggen wat een kapselband doet
Je kunt de verschillende typen gewrichten benoemen en uitleggen hoe deze werken

Slide 16 - Slide

Beweeglijk of onbeweeglijk

Slide 17 - Slide

Gewricht

Slide 18 - Slide




Kapselband

Slide 19 - Slide

Typen gewrichten

Slide 20 - Slide

botten in je schedel zijn
A
naadverbindingen
B
vergroeiingen
C
kraakbeen
D
gewricht

Slide 21 - Quiz

welke verbinding is het meest beweeglijk?
A
vergroeiing
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht

Slide 22 - Quiz

welke delen houdt een gewricht bij elkaar?
A
alleen de kapselbanden
B
kapselbanden en het gewrichtskapsel
C
kapselbanden, en spieren
D
kapselbanden, gewr.-kapsel,spieren

Slide 23 - Quiz

Welk onderdeel van een gewricht zorgt voor extra stevigheid?
A
Meniscus
B
gewrichtssmeer
C
kraakbeen
D
gewrichtsbanden

Slide 24 - Quiz

Welk type gewricht zit tussen het schouderblad en het opperarmbeen
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht

Slide 25 - Quiz

Welk type gewricht zit er op de plaats van het vraagteken?
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht

Slide 26 - Quiz


Slide 27 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de verschillende beenverbindingen benoemen en herkennen
Je kunt de onderdelen van het gewricht benoemen
Je kunt uitleggen wat een kapselband doet
Je kunt de verschillende typen gewrichten benoemen en uitleggen hoe deze werken

Slide 28 - Slide

§ 4. Spieren

Slide 29 - Slide

Leerdoelen

Je kunt uitleggen waar je je spieren voor nodig hebt
Je kunt uitleggen wat pezen zijn
Je kunt uitleggen wat er met je spier gebeurt bij aanspannen en ontspannen
Je kunt uitleggen wat antagonisten zijn 

Slide 30 - Slide

Spieren
Aan je botten zitten spieren.

Spieren en gewrichten heb je nodig om bewegingen te kunnen maken. 

Slide 31 - Slide

Spierstelsel
Alle spieren in je lichaam samen, noemen we het spierstelsel. 
Spieren werken samen om te kunnen bewegen. 

Slide 32 - Slide

Pezen
Elke spier zit vast aan het bot met pezen. 

Slide 33 - Slide

Een spier die aangespannen is, wordt korter en dikker. 


Slide 34 - Slide

Een spier die ontspannen is, is langer en dunner.
Als je arm buigt, heb je je 'armbuigspier' (biceps) gespannen. 

Als je de arm weer wil strekken, dan is je 'armstrekspier' (triceps) gespannen

Slide 35 - Slide

Leerdoelen

Je kunt uitleggen waar je je spieren voor nodig hebt
Je kunt uitleggen wat pezen zijn
Je kunt uitleggen wat er met je spier gebeurt bij aanspannen en ontspannen
Je kunt uitleggen wat antagonisten zijn 

Slide 36 - Slide

Basisstof 5: Houding en beweging

Slide 37 - Slide

Leerdoelen

Je kunt uitleggen wat de dubbele S-vorm is
Je kunt uitleggen wat een goede houding is
Je kunt uitleggen hoe je moet tillen
Je kunt benoemen wat je kunt doen om je spieren zo min mogelijk te belasten

Slide 38 - Slide

Dubbele S-vorm

Slide 39 - Slide

Tillen

Slide 40 - Slide

spieren bewegen mijn ...?
A
gewrichten
B
botten

Slide 41 - Quiz

Een spier wordt korter als deze aanspant
A
ja
B
nee

Slide 42 - Quiz

Het hart is een spier
A
Ja
B
Nee

Slide 43 - Quiz

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 44 - Quiz

je spieren zitten vast aan je skelet met
A
pezen
B
spierbundels
C
vliezen
D
spieren

Slide 45 - Quiz

Aan het werk!

Slide 46 - Slide

0

Slide 47 - Video

Leerdoelen

Je kunt uitleggen wat de dubbele S-vorm is
Je kunt uitleggen wat een goede houding is
Je kunt uitleggen hoe je moet tillen
Je kunt benoemen wat je kunt doen om je spieren zo min mogelijk te belasten

Slide 48 - Slide