Blink - Grammatica 1

vrijdag 1 december
Lezen!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

vrijdag 1 december
Lezen!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Grammatica
Woordsoorten:
  • zelfstandig naamwoord (concreet en abstract)
  • lidwoorden
  • bijvoeglijke naamwoorden
  • (zelfstandige) werkwoorden
  • hulpwerkwoorden
  • splitsbare werkwoorden

Slide 3 - Slide

Aan de slag!
Grammatica 1: les 1, 2 en 3 zelfstandig doorwerken (peperopdrachten hoeven niet!)
Let op: lees theorie goed door en maak gebruik van de Toolbox!

Klaar? Kies:
- verder met les 4 en 5
- werkwoordspelling 1 en 2
- app werkwoordspellen

Slide 4 - Slide

maandag 4 december
Lezen!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Aan de slag!
Grammatica 1: les 1 t/m 5 zelfstandig doorwerken (peperopdrachten hoeven niet)
Let op: lees theorie goed door en maak gebruik van de Toolbox!

Klaar? Kies:
- werkwoordspelling 1 en 2
- app werkwoordspellen
- lezen
- maak peperopdrachten

Slide 7 - Slide

vrijdag 8 december

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Toetsweek
  • spelling 1 t/m 6
  • werkwoordspelling
  • grammatica 1 (woordsoorten)
  • grammatica 2 (zinsontleding)

Slide 10 - Slide

Wat moet je kennen?
•    Lidwoord
•    Bijvoeglijk naamwoord
•    Zelfstandig naamwoord
•    Hulpwerkwoord
•    Zelfstandige werkwoord

Nu uitleg /herhaling / oefenen. 
Niet nodig? Oefenen via www.cambiumned.nl

Slide 11 - Slide

Zelfstandig naamwoord
  • woorden voor mensen, dieren, dingen, planten en gevoelens (Let op: ook namen van steden, landen en personen)
  • meestal een enkelvoud en meervoud
  • je kan er een verkleinwoord van maken
  • je kan er de/het/een voor zetten
  • concreet: kan je zien of aanraken
  • abstract: kan je niet zien of aanraken

Slide 12 - Slide

Lidwoord
  • de, het, een
  • hoort altijd bij zelfstandig naamwoord


Slide 13 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
  • kenmerk/eigenschap van zelfstandig naamwoord
  • kan voor of achter het zelfstandig naamwoord staan


Slide 14 - Slide

Zelfstandig werkwoord
  • 'doen’-werkwoord: heeft duidelijke betekenis
  • kan er maar eentje van in een zin voorkomen

Slide 15 - Slide

Hulpwerkwoord
  • heeft geen duidelijke betekenis
  • kunnen er meerdere van in een zin voorkomen

Slide 16 - Slide

Oefenen werkwoordbenoemen
  1. Onderstreep werkwoorden in iedere zin
  2. Bepaal: welke heeft meeste betekenis EN geeft aan wat het onderwerp doet? Dat is zww. Rest is hww.
timer
4:00

Slide 17 - Slide

Antwoorden
1. heb = hww, gegeven = zww
2. hebben = hww, opgelost = zww
3. wordt = hww, gepest = zww
4. stond = hww, roken = zww
5. lezen = zww
6. hadden = hww, willen = hww, kopen = zww                                             

Slide 18 - Slide

Aan de slag!

Kies:
  • grammatica 1 afmaken (les 1 t/m 5)
  • werkwoordspelling 1 en 2
  • app werkwoordspelling
  • spellingsapp
  • lezen

Slide 19 - Slide