Globalisering 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4,5

BNP is hetzelfde als het BBP

1. ja
2. nee

Relatieve afstand is de afstand in kilometers

1. ja
2. nee

De theorie van Uhlmann omvat 4 onderdelen

1. ja
2. nee

de evenaar ligt even ver van de noordpool als van de ziuidpool

1. ja
2. nee

In de 2e fase van het demografisch overgangsmodel is er sprake van hoge geboortecijfers en dalende sterftecijfers

1. ja
2. nee

Het vestigingsoverschot en het vertrekoverschot vormen samen het migratiesaldo

1. ja
2. nee

de groene demografische druk is het hoogst als er niet veel jongeren in je samenleving zijn

1. ja
2. nee

Een meridiaan wordt gebruikt bij de plaatsbepaling op aarde

1. ja
2. nee

De oceaan tussen de Verenigde Staten en Azie is de Stille Oceaan

1. ja
2. nee

Dumping is het aankopen van grondstoffen onder de vraagprijs

1. ja
2. nee

Zimbabwe is een land in Azie

1. ja
2. nee

MacDonalds is een voorbeeld is van diffusie

1. ja
2. nee

de groene demografische druk is het hoogst als je niet zoveel jongeren in je samenleving hebt

1. ja
2. nee

In perifere landen zijn er verhoudingsgewijs meer mensen werkzaam in de formele sector

1. ja
2. nee

het geboortecijfer van Nederland is ongeveer 15 per 1000

1. ja
2. nee

een hegemoniale staat is een staat die vroeger geen kolonien had

1. ja
2. nee

Suriname was voor Nederland een vestigingskolonie

1. ja
2. nee

Nederlandse bloemenkwekers hebben bedrijven in Ethiopie

1. ja
2. nee

India is het kantoor van de wereld, China is de fabriek van de wereld

1. ja
2. nee

De Sahel is een gebied ten zuiden van de Sahara en ten noorden van het tropisch regenwoud

1. ja
2. ne

de FAO is de vluchtelingenhulp- organisatie van de VN

1. ja
2. nee

landgrabbing is het afpakken van land door de regering/grote bedrijven

1. ja
2. nee

Syrische vluchtelingen komen via de Canarische eilanden naar Europa

1. ja
2. nee

Rusland is geen BRIC-land

1. ja
2. nee

Indonesië was een vestigingskolonie van Nederland

1. ja
2. nee

De GINI- coëfficiënt meet de mate van welzijn

1. ja
2. nee

de Human Development Index meet
de hoogte van het BNP

1. ja
2. nee

het achterland van Rotterdam omvat ongeveer 500 miljoen consumenten

1. ja
2. nee

Het Suez-kanaal en het Panama-kanaal zijn allebei van groot belang voor het transport van goederen door zeeschepen

1. ja
2. nee

De economie van Mexico is voor een belangrijk deel afhankelijk van het geld dat emigranten overmaken

1. ja
2. nee

het economisch zwaartepunt in de wereld schuift langzaam van Europa in de richting van de VS

1. ja
2. nee

de driehoekshandel ging vanuit Europa naar het Caribisch gebied/Amerika en naar Europa

1. ja
2. nee

het migratiesaldo is het verschil tussen emigratie en immigratie

1. ja
2. nee

als het migratiesaldo van een gebied 0 is dan heeft er geen migratie plaatsgevonden

1. ja
2. nee

als 1 cm op de kaart 12.500.000 cm in werkelijkheid is, dan is dat in kilometers 1250 km

1. ja
2. nee

als je vanuit Nederland naar het westen gaat dan is het daar vroeger

1. ja
2. nee

plaatsen die op dezelfde lengtegraad hebben dezelfde tijd

1. ja
2. nee

urbanisatie is het gevolg van mechanisatie op het platteland

1. ja
2. nee

perifere landen hebben vaak een eenzijdige export

1. ja
2. nee

we leven meer en meer in een bi-polaire wereld

1. ja
2. nee