Herhaling inhoud en opbouw

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom H4C

Leg je oefenboek, schrift en laptop op tafel. 

Vandaag

Herhaling

H. 2: Onderwerp en hoofdgedachte

H. 4: Inleiding, kern, slot

H. 6: Alinea's en verbanden

H. 2 Onderwerp en hoofdgedachte

De kern van een boodschap

Onderwerp: één woord of een woordgroep

- deelonderwerpen

Hoofdgedachte: één zin

Wat is het onderwerp?

Wat is de hoofdgedachte?

H. 4 Inleiding, kern, slot

Inleiding:

- aandacht trekken

- onderwerp introduceren

Kern:

- deelonderwerpen

Slot:

- samenvatting of conclusie

- uitsmijter

'Straattaal, is het niet een prachtige taal.'

Hoe wordt de aandacht voor het onderwerp gevraagd?

1. opvallende stelling of mening
2. aanhaken bij een actuele gebeurtenis
3. wijzen op voordelen van verder lezen
4. anekdote

'We zaten in de les Nederlands en toen moesten we opeens een tekst over straattaal gelezen. Mijn mening over straattaal is toen veranderd.'

Hoe wordt de aandacht voor het onderwerp gevraagd?

1. opvallende stelling of mening
2. aanhaken bij een actuele gebeurtenis
3. wijzen op voordelen van verder lezen
4. anekdote

'Wist jij dat straattaal voor- en nadelen heeft?'

Hoe wordt het onderwerp geïntroduceerd?

1. vraag stellen
2. voorbeeld geven
3. samenvatting of conclusie
4. opvallende mening

H. 6: Alinea's en verbanden

Signaalwoorden: geven verbanden aan tussen alinea's, zinnen en delen van zinnen. Zie schema blz. 65. 

Ik wil wel komen, maar ik heb geen tijd.

1. conclusie
2. tegenstelling
3. vergelijking
4. omschrijving

Als je goed oplet, haal je betere cijfers.

1. opsomming
2. tijd
3. reden, oorzaak, gevolg
4. voorwaarde

Om de finale te bereiken, moeten we nog twee wedstrijden winnen.

1. voorbeeld
2. verduidelijking
3. doel, middel
4. toegeving

Lees de tekst op blz. 218. Noteer de woorden die je nog niet kent in Lessonup. 

Welke woorden ken je nog niet? (blz. 218)