Je kunt rekenen met de allel- en genotypefrequenties in een populatie Je weet wat een Hardy Weinberg evenwicht is
Slide 2 - Slide
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Blinde grotvis
Slide 3 - Slide
Populatie genetica
Genetische variatie in een populatie is te kwantificeren door te kijken naar:
Allelfrequentie: hoeveel komt een bepaald allel voor?
Genotypefrequentie: hoe vaak komt een bepaald genotype voor?
Slide 4 - Slide
Genotypefrequentie
Bijvoorbeeld allel voor groene erwten (A) en gele erwten (a).
AA: 0,7 (= 70%)
Aa: 0,25 (= 25%)
aa: 0,05 (= 5%)
Nu kun je de allelfrequentie bepalen.
Slide 5 - Slide
Allelfrequentie
Bijvoorbeeld allel voor groene erwten (A) en gele erwten (a).
AA: 0,7 dus 0,7 A
Aa: 0,25 dus 0,125 A + 0,125 a
aa: 0,05 dus 0,05 a
Totaal 0,825 A (= 82,5%) en 0,175 (= 17,5%) a
Slide 6 - Slide
Populatiegenetica in een stabiele populatie
Dus: als ik de genotypefrequentie weet kan ik de allelfrequentie bepalen.
Maar het kan ook andersom!
Slide 7 - Slide
Hardy Weinberg formule
Ik noem de allelfrequentie van het
dominantie allel p.
Ik noem de allelfrequentie van het
recessieve allel q.
Dan is p + q = 1.
Slide 8 - Slide
Hardy Weinberg formule
Stel een nieuw individu wordt geboren
in een populatie waarin geldt
p + q = 1.
Wat is dan de kans dat dit individu
genotype AA heeft? En Aa? En aa?
Slide 9 - Slide
Hardy Weinberg formule
Een individu in een populatie heeft
dus kans p op A en kans q op a.
De kans op AA is dan p*p = p2
De kans op Aa (plus aA) is dan 2*p*q
De kans op aa is dan q*q = q2
Én p2 + 2pq + q2 = 1
Slide 10 - Slide
Hardy Weinberg formule
genotypefrequentie AA is p2
genotypefrequentie Aa is 2pq
genotypefrequentie aa is q2
Slide 11 - Slide
Hardy Weinberg evenwicht
Als er in een populatie géén sprake is van geneflow, genetic drift en natuurlijke selectie of mutaties dan blijven de allelfrequentie en genotypefrequenties over de generaties hetzelfde.
Dan mag je ook uitgaan van p + q = 1 en p2 + 2pq + q2 = 1
Slide 12 - Slide
Aannames van Hardy-Weinberg
Slide 13 - Slide
Hardy Weinberg evenwicht
Stel er is een populatie van 50 katten.
Dat betekent dus dat de genenvoorraad voor elk gen uit 100 allelen bestaat, want de katten hebben van elk gen 2 allelen.
De haarkleur van een kat wordt bepaald door gen A met
A: zwart haar, a: wit haar
Slide 14 - Slide
Hardy Weinberg evenwicht
Van alle allelen in de populatie is 20% allel voor wit haar
De allelfrequentie voor a is dan 0,2
De allelfrequentie voor A is dan 1 - 0,2= 0,8
Slide 15 - Slide
Hardy Weinberg evenwicht
Volgende generatie
Slide 16 - Slide
Hardy Weinberg evenwicht
De nieuwe generatie bestaat dus uit:
64% met AA, 32% met Aa, 4% met aa
Deze hebben de volgende allelen:
A met een frequentie van: 0,64 + ½ x 0,32 = 0,8
a met de frequentie van: 0,04 + ½ x 0,32 = 0,2
Gelijk aan de vorige generatie!
Slide 17 - Slide
Gebruik wet Hardy-Weinberg
Berekenen allelfrequenties vanuit genotype frequenties en andersom
Aantonen of een populatie voldoet aan de wet of niet door te kijken of de allelfrequentie verandert per generatie
Slide 18 - Slide
Opdracht 1
In een populatie worden 50 katten geteld, 2 hebben witte haren, 48 hebben zwarte haren. Het allel voor witte haren is recessief. (1) Bereken de allelfrequentie van A en voor a (2) Welk deel van de zwartharige katten is heterozygoot?
Slide 19 - Slide
(1) Bereken de allelfrequentie van A en voor a
genotypefrequentie van aa = 4% of 0,04
Dus q2 is 0,04
Dus q = 0,2 (dit is de allelfrequentie van a)
Als q = 0,2 en p + q = 1
dan is p = 0,8 (dit is de allelfrequentie van A)
(1) Antwoord: Allelfrequentie A = 0,8 en a = 0,2
Slide 20 - Slide
(2) Welk deel van de zwartharige katten is heterozygoot?
Zwartharige katten zijn AA of Aa.
Genotypefrequentie van AA is 0,8 * 0,8 = 0,64
Genotypefrequentie van Aa is 2 * 0,8 * 0,2 = 0,32
Totaal 0,96 waarvan 0,32 heterozygoot.
0,32 / 0,96 * 100% = 33% van de zwartharige katten is heterozygoot
Slide 21 - Slide
Opdracht 2
Bij schapen komt een witte vacht tot stand onder invloed van het dominante gen H en een zwarte vacht door het recessieve gen h. Uit een kudde schapen in Idaho werd een steekproef van 900 schapen genomen. Van deze schapen hadden er 891 een witte vacht en 9 een zwarte vacht. Op deze populatie is de regel van Hardy Weinberg van toepassing.
Bereken de frequentie van allel H in deze populatie.
Slide 22 - Slide
Opdracht 2 uitwerking
H = wit allel, h = zwart allel
HH = wit fenotype, Hh = is wit fenotype, hh = is zwart fenotype
genotypefrequentie hh = 9 / 900 = 0,01
q2 = 0,01
q = 0,1 = allelfrequentie h
Omdat p + q = 1
p= 0,9 = allelfrequentie H
Slide 23 - Slide
Doelen bs6
Je kunt rekenen met de allel- en genotypefrequenties in een populatie Je weet wat een Hardy Weinberg evenwicht is