V5 Bs 3 transcriptie_origineel

DNA Replicatie
- Wat is dat (ook alweer)?
- Wanneer vindt er DNA replicatie plaats?
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

DNA Replicatie
- Wat is dat (ook alweer)?
- Wanneer vindt er DNA replicatie plaats?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is een primer?
A
Stukje DNA gemaakt door ligase
B
Stukje RNA gemaakt door primase
C
Stukje RNA gemaakt door polymerase
D
Stukje DNA gemaakt door helicase

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt een DNA molecuul altijd afgelezen?
A
Van 5' uiteinde naar 3' uiteinde
B
Van 3' uiteinde naar 5' uiteinde

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Zet de 7 stappen van replicatie in de juiste volgorde 
1
2
3
4
5
6
7
Primase maakt korte RNA primers die functioneren als startpunt van DNA polymerase
Ligase verbindt alle DNA fragmenten aan elkaar.
RNA primers worden vervangen door DNA nucleotiden
replicatie start bij een ori (replicatie startpunt)
single strand binding proteins voorkomen dat het dna weer dubbelstrengs wordt.
Helicase verbreekt de waterstofbruggen en maakt dsDNA ssDNA
DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde.

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Primase
RNA Primer
SSBP's
DNA-polymerase
Helicase
Okazaki fragment
DNA-ligase

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Uitleg PCR
Polymerase Chain Reaction

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Link

This item has no instructions

Binas 71M2

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Link

This item has no instructions

Gelelektroforese
Techniek waarmee je DNA-fragmenten op grootte kunt scheiden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Link

This item has no instructions

- DNA profielen van organismen vergelijken om zo afkomst te kunnen bepalen of organismen te kunnen identificeren 
- enzymen die specifieke DNA sequentie herkennen en hier op een unieke manier het DNA knippen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

DNA fingerprints die gebruikt worden in de rechtszaal lijken een beetje op de streepjescodes zoals je die op producten in de supermarkten aantreft. Het patroon van de streepjes in een fingerprint komt overeen met
A
de aanwezigheid van DNA-fragmenten van verschillende grootte
B
de volgorde van de genen op bepaalde chromosomen
C
de aanwezigheid van dominante en recessieve allelen voor bepaalde eigenschappen
D
de volgorde van basen in een bepaald gen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een restrictie-enzym?
A
Is gelabeld nucleotide gebruikt bij sequencen
B
Verbreekt waterstoffenbruggen bij replicatie
C
Kan Okazaki-fragementen aan elkaar koppelen
D
Herkent specifieke nucleotidesequentie en knippen DNA daar door

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

thema 4 DNA
bs 3 transcriptie

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

bs 3 transcriptie
leerdoel: je kunt beschrijven hoe transcriptie plaatsvindt.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

begrippenlijst basisstof 3 - transcriptie
RNA
Ribose
RNA-polymerase
Uracil
transcriptie
mRNA
rRNA
tRNA
promotor
transcriptiefactoren
template streng
matrijsstreng
coderende streng
pre-mRNA
RNA processing
spliceosoom
splicing
intron 
exon

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Van DNA  Eiwit

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Link

This item has no instructions

Van dubbelstrengs DNA heeft een deel van een coderende-streng de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA.
Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat wordt gesynthetiseerd?
A
GCCTATGCCAAT
B
GCCUAUGCCAAU
C
CGGAUACGGUUA
D
UAACCGCACCCG

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

6

Slide 29 - Video

This item has no instructions

00:15
Hoe heten deze 'factors'?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

00:41
Hoe heet deze fase van transcriptie?
A
Initiatie
B
Elongatie
C
Terminatie
D
Lezen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

00:53
In welke fase van de transcriptie zitten we nu?
A
Initiatie
B
Elongatie
C
Terminatie
D
Processing

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

01:05
Wat is dat gele molecuul wat hier gevormd wordt?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

01:07
Met welke streng komt het RNA overeen?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

01:50
Welke fase was dit?
A
Initiatie
B
Elongatie
C
Terminatie
D
Stop

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions


Transcriptie
Een DNA-fragment dat is geïsoleerd uit een Coli-bacterie heeft de volgende volgorde:

    5' – GTAGCCTACCCATAGG – 3' (coderende streng)

Vanaf de template- of matrijsstreng wordt mRNA gemaakt.
Welke basenvolgorde heeft dit mRNA?

A
3' --CAUCGGAUGGGUAUCC-- 5'
B
5' --GUAGCCUACCCAUAGG-- 3'
C
5' --GGAUACCCAUCCGAUG-- 3'
D
5' --CACAGAUACCCAGAUG-- 3'

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Link

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Transcriptie en splicing 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

To Do:
1. Lees Basisstof 3 goed door
2. Bekijk welke BINAS tabellen gaan over DNA-replicatie en transcriptie 
3. Maak werkblad DNA (staat in SOM)
4. Klaar? Maak opdracht 17 t/m 20 van basisstof 4.3




Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Een student doet onderzoek naar de nucleotidensamenstelling van een bepaald stuk dubbelstrengs DNA. Hij gebruikt hiervoor het mRNA dat gevormd is door transcriptie van dit bepaalde stuk DNA. Dit mRNA bestaat voor 45% uit adenine, voor 15% uit cytosine, voor 25% uit guanine en voor 15% uit uracil. Op grond van deze gegevens kan de nucleotidensamenstelling van het corresponderende DNA worden afgeleid.
Wat is de procentuele verdeling van de verschillende nucleotiden in dit stuk DNA?

A
20% A, 30% C, 30% G, 20% T
B
25% A, 45 % C, 15% G, 15% T
C
30% A, 20% c, 20% G, 30% T
D
45% A, 15% C, 25% G, 15% T

Slide 46 - Quiz

VWO 2000 Tijdvak I 


Stel we willen een bacterie genetisch modificeren om een mensen eiwit te maken. Wat moeten we dan in de bacterie doen?
A
DNA van het gen
B
Een DNA kopie van het mRNA
C
Het pre-mRNA
D
Het eiwit

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions