@ december 2022, Medicatie Injecteren

Injecteren
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Injecteren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Terugblik vorige les 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesinhoud
  • Waarom injecteren?
  • Verschillende toedieningsvormen
  • Voorkennis
  • Subcutane injectie
  • Intramusculaire injectie
  • Prikaccident 



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 
  • Doel van injecteren 
  • Je weet wat een subcutane injectie is, kent de benodigde materialen en weet hoe je de injectieplaats moet bepalen.
  • Je kent de stappen om een subcutane injectie toe te dienen met de loodrechttechniek en de huidplooitechniek.
  • Je weet wat een intramusculaire injectie is, kent de benodigde materialen en weet hoe je de injectieplaats moet bepalen.
  • Je kent de stappen om een intramusculaire injectie toe te dienen met de rangeertechniek en de depotwisselingstechniek.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat doen we bij injecteren?
Inbrengen van een lichaam vreemde stof nl. een vloeibaar geneesmiddel op voorschrift van een arts d.m.v. een steriele spuit en een steriele holle naald in weefsels

Parenterale toediening

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waarom injecteren?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Doel van injecteren
Waarom injecteren?
- Snellere inwerking door snellere resorptie
- Lokale inwerking
- Als de toediening langs orale weg niet mogelijk is

- Genezend
- Verdovend
- Voorkomend

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Op welke manieren kan je injecteren?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Verschillende toedieningsvormen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

waar prik je met IM injecteren?
A
ader
B
bot
C
huid
D
spier

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

bij welke injectie kan je 45 en 90 graden injecteren
A
intramusculair
B
subcutaan
C
intraveneuze
D
insuline injecteren

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Bij subcutaan injecteren, dan injecteer je ...
A
In de spier
B
in de huid
C
in een ader
D
in het onderhuidsweefsel

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Op welke plaatsen mag je intamusculair injecteren?
A
buik, bovenbeen en bil
B
bovenarm, bil en buik
C
bovenarm, bilspier, bovenbeen
D
onderarm, bilspier en bovenbeen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Waarvoor dient de rangeertechniek bij het i.m. injecteren?
A
niet terugvloeien medicatie
B
minder beschadiging aan huid
C
niet lekken van bloed
D
rangeertechniek gebruik je bij s.c. injectie

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

waar aan het lichaam mag je niet subcutaan injecteren?
A
in de buik
B
in de bovenarm
C
in de onderarm
D
in het been

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer je een medicijn snel wil laten werken, hoe kan je het dan het best toedienen?
A
Oraal toedienen
B
Rectaal toedienen
C
Injecteren
D
Plaatselijke toediening

Slide 16 - Quiz

Een medicijn werkt het snelst als het in het bloed terecht is gekomen. Je kan dan dus het best het medicijn injecteren in de bloedbaan. Het medicijn zit dan direct in het bloed en gaat meteen aan het werk. 
welke spier is geschikt voor het injecteren van grotere hoeveelheden

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

timer
1:00
als ik denk aan s.c. injecteren, dan denk ik aan.....

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Subcutane injectie
Een subcutane injectie geef je in het onderhuis vetweefsel, de subcutis.

Opgenomen door bloedvaatjes in het vetweefsel.

Voorbeelden van geneesmiddelen die subcutaan worden gegeven zijn heparine en insuline

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Specifieke aandachtspunten
  • Niet masseren
  • De juiste injectieplaats bepalen
  • Roteren, minimaal 1 cm van vorige injectieplaats verwijderd

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Complicaties
  • Abcesvorming
  • Weefselnecrose
  • Allergische reactie 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Benodigdheden
Keuze van naald wordt bepaald door de injecteertechniek

De volgende naalden kunnen worden gebruikt:
- Voor loodrechte sucutane injecties: 5-12 mm;
- Voor injecties met huidplooitechniek: 19-32 mm;

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Overige benodigdheden
  • de toedienlijst;
  • medicijnen;
  • spuit;
  • opzuignaald;
  • watjes
  • desinfectans
  • pleisters
  • naaldencontainer

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Injectieplaats bepalen
Voorkeurslocaties voor het geven van een subcutane injectie zijn:

  • de vetkussentjes aan de buitenzijde van de bovenarm;
  • het vet aan de buitenkant van het bovenbeen;
  • het vet op de buik, rondom de navel;
  • de billen.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Je prikt niet in:

  • gebied met oedeem/trombose;
  • verlamde ledematen;
  • ledematen met infuus of shunt;
  • te opereren of geopereerd gebied;
  • ontstoken gebied;
  • wondjes of eczeem;
  • het gebied rond een stoma;
  • de buurt van grote bloedvaten;
  • bestraald gebied.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Intramusculaire injectie
Bij een intramusculaire injectie dien je een geneesmiddel toe in spierweefsel. 

Opgenomen via kleine bloedvaatjes in de spier.

De opname verloopt sneller dan bij een subcutane injectie. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Specifieke aandachtspunten
  • Houd de injectiespuit altijd vast alsof het een pen is. 
  • Je kunt de injectienaald inbrengen tot het einde van de naald
  • De zuiger terugtrekken na het injecteren. 
  • Medicijnen langzaam injecteren

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Complicaties
  • Hematoomvorming.
  • Aanprikken van een bloedvat. 
  • Aanprikken van de grote beenzenuw (nervus ischiadicus).

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Benodigdheden
Bij het uitkiezen van de naaldlengte moet je rekening houden met de dikte van de bind- weefsellaag onder de huid.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Overige benodigdheden
  • de toedienlijst;
  • medicijnen;
  • spuit;
  • opzuignaald;
  • watjes
  • desinfectans
  • pleisters
  • naaldencontainer

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Injectieplaats bepalen
Intramusculaire injecties moet je toedienen in een spier met voldoende spiermassa:

  • de bovenarmspier (musculus deltoideus)
  • de bilspier (musculus gluteus maximus)
  • de bovenbeenspier (musculus rectus femoris)

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Je prikt niet in:

  • gebied met oedeem/trombose;
  • verlamde ledematen;
  • ledematen met infuus of shunt;
  • te opereren of geopereerd gebied;
  • ontstoken gebied;
  • wondjes of eczeem;
  • het gebied rond een stoma;
  • de buurt van grote bloedvaten;
  • bestraald gebied.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Video

This item has no instructions

Wat te doen bij prikaccident? 
  • Prikaccidentprotocol hanteren
  • Laat de wond goed doorbloeden en uitspoelen onder de kraan
  • Desinfecteren
  • Aard accident beoordelen of er een risico bestaat op infectie (hygiënist, bedrijfsarts)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Zijn er nog vragen?

Slide 37 - Slide

This item has no instructions