zakelijke e-mail brief

Examen schrijven 1F en 2F:
Doel:
De studenten kunnen korte teksten schrijven, zoals een zakelijke mail, een zakelijke brief, een memo of een verslag.
De studenten kunnen een formulier invullen.
De studenten oefenen gericht voor het examen schrijven
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Examen schrijven 1F en 2F:
Doel:
De studenten kunnen korte teksten schrijven, zoals een zakelijke mail, een zakelijke brief, een memo of een verslag.
De studenten kunnen een formulier invullen.
De studenten oefenen gericht voor het examen schrijven

Slide 1 - Slide

Welk adres is goed geschreven?
A
wildstraat 1 5042 wz Tilburg
B
Wildstraat 1 5042 WZ Tilburg
C
Wildstraat 1 5042 Tilburg
D
wildstraat 5042 wz Tilburg

Slide 2 - Quiz

zakelijke 
brief

Slide 3 - Slide

Sleep de onderdelen van de brief in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
7
8
Adresgegevens van de geadresseerde.
Adresgegevens van de schrijver
Plaats, datum
Aanhef
Inleiding
Middenstuk/kern
Slot
Slotformule / naam

Slide 4 - Drag question

Welke aanhef is goed?
A
Geachte mevrouw Carla van Huizen,
B
Geachte mevrouw van Huizen,
C
Geachte mevrouw Van Huizen,
D
Geachte mevrouw C. van Huizen,

Slide 5 - Quiz

Welke datum is goed geschreven?
A
Tilburg, 23.03.2021
B
Tilburg, 23 Maart 2021
C
Tilburg, 23 maart 2021
D
Tilburg 23 maart 2021

Slide 6 - Quiz

Welke uitspraak is goed?
A
Een zakelijke mail schrijf je in formele taal.
B
Een persoonlijke mail schrijf je in formele taal.
C
Een zakelijke mail schrijf je in informele taal.
D
Een persoonlijke mail is hetzelfde als een zakelijke mail.

Slide 7 - Quiz

Controleer je tekst aan de hand van deze vragen!

Slide 8 - Slide

Wat is een goede slotgroet in een zakelijke brief of mail?
A
Met vriendelijke groetjes,
B
Groetjes,
C
Doei,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 9 - Quiz

Wat onthoud je van deze les?

Slide 10 - Open question

Samengevat
Vooral op inhoud en taalvaardigheid
De meeste punten ontvang je op inhoud.
Je krijgt een casus, uit de casus haal je de informatie

Slide 11 - Slide