Blok 4 les 1

We starten met lezen
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 2 min

Items in this lesson

We starten met lezen

Slide 1 - Slide

Blok 4 les 1
KEO LEERJAAR 1

Slide 2 - Slide

Afspraken
  • BOEK MEENEMEN!
  • telefoon bij binnenkomst uit jezelf in telefoonzak 
  • Spotify/luisterboek voortaan ook op je laptop hebben > inloggen > niet meer op je telefoon
  • dus luisteren met laptop naar beneden

Slide 3 - Slide

Inhoud deze les

  • lesdoelen
  • feiten, meningen, argumenten, betoog, standpunt, weerleggen
  • korte opdracht in het werkboek
  • opstarten presentatie betoog
  • lesdoelen
  • afronding les

Slide 4 - Slide

Lesdoelen

  • je kunt een standpunt, feit, mening en argument herkennen
  • je kunt uitleggen wat een betoog is
  • je weet wat weerleggen is
  • je weet wat een stelling is
  • je kunt argumenten bedenken die je stelling verdedigen en deze weerleggen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Theorie 
Feiten:    een feit kun je controleren
                   Ik ben met de trein naar school gekomen > bewijzen / onderzoek

Mening:      een mening is iets wat iemand vindt.
                        Ik vind reizen met de trein een fijne manier van reizen
Argument: reden waarom je een bepaalde mening hebt
                        Ik hoef onderweg nergens op te letten kan gezellig kletsen

Slide 7 - Slide

Staat hier een feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 8 - Quiz

In welke zin staat een argument?
A
In de herfst vallen veel bladeren van de bomen
B
Ik houd van de herfst.
C
Al dat blad is gevaarlijk, want je glijdt zo uit!
D
In de herfst gaan wij graag naar het bos.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Theorie 
Stelling: een bewering over een onderwerp om een discussie op gang te brengen.
Standpunt: daarmee geef je je mening (vóór of tegen) over dat onderwerp.
Argumentatie: redenen waarmee je anderen overtuigt van je standpunt.

Slide 11 - Slide

Een betoog =
1)  wat je schrijft of zegt om iets uit te leggen of te bewijzen > de ander overtuigen
 
2) uitgewerkte toespraak over een bepaald onderwerp 

3) advocatuur: het verhaal dat een advocaat mondeling of schriftelijk houdt.

Slide 12 - Slide

kenmerken geschreven betoog
  1. Een betoog is een overtuigende tekst.
  2. In een betoog probeert de schrijver zijn lezers ervan te overtuigen dat hij gelijk heeft. Dit doet hij doormiddel van argumenten.
  3. In het begin van een betoog wordt er vaak een stelling geformuleerd. In de rest van het betoog wordt deze stelling met argumenten en voorbeelden versterkt. 
  4. Ook kan de schrijver gebruik maken van het verwerpen van een tegen argument.

Slide 13 - Slide

weerleggen
Met een weerlegging ontkracht je een argument of een standpunt, je maakt dat argument of standpunt onaanvaardbaar/onschadelijk.

Je gaat dus tegen het argument in en geeft argument/reden waarom het niet klopt

Slide 14 - Slide

Daarna kun je je standpunt nog een keer herhalen.
Na het weerleggen van het tegenargument, herhaal je je hoofdargument om de geldigheid ervan te versterken en voegt er nog een extra, nieuw argument aan toe.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

groepsopdracht
  • Maak zelf groepjes van 2-3 personen
  • Ga alvast bij elkaar zitten
  • doel: jullie gaan oefenen met het formuleren en presenteren van stellingen, standpunten, argumenten, betogen, weerleggingen en het gebruik van signaalwoorden.

Slide 17 - Slide

Instructie
  • elk groepje krijgt een stelling m.b.t. kinderopvang
  • jullie kiezen samen jullie standpunt > voor of tegen
  • jullie bedenken 2 goede argumenten die jullie standpunt ondersteunen.
  • bedenk een tegenargument
  • weerleg dat tegenargument > argument
  • Voeg tot slot een extra argument toe om jullie standpunt nog extra te ondersteunen

Slide 18 - Slide

uitwerking: deze les!
  • jullie presenteren een kort betoog over de stelling, de argumenten, het tegenargument, de weerlegging en het extra argument, duur minimaal 5 minuten
  • iedereen van het groepje komt aan bod
  • zorg dat je de argumenten goed formuleert!
  • check voordat je gaat presenteren of alles klopt
  • denk aan signaalwoorden die horen bij overtuigen
  • creativiteit is goed ✔😊👍

Slide 19 - Slide

Lesdoelen

  • je kunt een standpunt, feit, mening en argument herkennen
  • je kunt uitleggen wat een betoog is
  • je weet wat weerleggen is
  • je weet wat een stelling is
  • je kunt argumenten bedenken die je stelling verdedigen en deze weerleggen

Slide 20 - Slide

We starten met lezen

Slide 21 - Slide

Blok 4 les 3
KEO LEERJAAR 1

Slide 22 - Slide

Afspraken
  • BOEK MEENEMEN!
  • telefoon bij binnenkomst uit jezelf in telefoonzak 
  • Spotify/luisterboek voortaan ook op je laptop hebben > inloggen > niet meer op je telefoon
  • dus luisteren met laptop naar beneden

Slide 23 - Slide

Inhoud deze les

  • lesdoelen
  • korte herhaling feiten, meningen, argumenten, betoog, standpunt, weerleggen
  • opstarten presentatie boekenpitch/podcastpitch
  • lesdoelen
  • afronding les

Slide 24 - Slide

Lesdoelen

  • je kunt een standpunt, feit, mening en argument herkennen
  • je kunt uitleggen wat een betoog is
  • je weet wat weerleggen is
  • je kunt argumenten bedenken die je standpunt verdedigen en deze weerleggen en verwerken in een boekpitch/podcastpitch

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Theorie 
Feiten:    een feit kun je controleren
                   Ik ben met de trein naar school gekomen > bewijzen / onderzoek

Mening:      een mening is iets wat iemand vindt.
                        Ik vind reizen met de trein een fijne manier van reizen
Argument: reden waarom je een bepaalde mening hebt
                        Ik hoef onderweg nergens op te letten kan gezellig kletsen

Slide 27 - Slide

Theorie 
Stelling: een bewering over een onderwerp om een discussie op gang te brengen.
Standpunt: daarmee geef je je mening (vóór of tegen) over dat onderwerp.
Argumentatie: redenen waarmee je anderen overtuigt van je standpunt.

Slide 28 - Slide

Een betoog =
1)  wat je schrijft of zegt om iets uit te leggen of te bewijzen > de ander overtuigen
 
2) uitgewerkte toespraak over een bepaald onderwerp 

3) advocatuur: het verhaal dat een advocaat mondeling of schriftelijk houdt.

Slide 29 - Slide

weerleggen
Met een weerlegging ontkracht je een argument of een standpunt, je maakt dat argument of standpunt onaanvaardbaar/onschadelijk/minder krachtig

Je gaat dus tegen het argument in en geeft argument/reden waarom het niet klopt

Slide 30 - Slide

Daarna kun je je standpunt nog een keer herhalen.
Na het weerleggen van het tegenargument, herhaal je je hoofdargument om de geldigheid ervan te versterken en voegt er nog een extra, nieuw argument aan toe.

Slide 31 - Slide

Opdracht boek-/podcastpitch
  • we nemen de opdracht samen door
  • opdracht ook digitaal per @
  • daarna starten met individuele uitwerking
  • hier 2 lessen aan werken > deze les en 23 mei
  • plannen data uitvoering > 6 + 13 juni

Slide 32 - Slide

Lesdoelen

  • je kunt een standpunt, feit, mening en argument herkennen
  • je kunt uitleggen wat een betoog is
  • je weet wat weerleggen is
  • je kunt argumenten bedenken die je standpunt verdedigen en deze weerleggen en verwerken in een boekpitch/podcastpitch

Slide 33 - Slide

Geef jezelf een cijfer over hoe je aan de opdracht hebt gewerkt en geef waarom dat cijfer?

Slide 34 - Slide