H5.2 De koloniën worden vrij

H5.2

De koloniën worden vrij
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

H5.2

De koloniën worden vrij

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren?
 - Je kunt twee oorzaken noemen voor de opkomst van nationalistische bewegingen in de koloniën in Azië en Afrika.
- Je kunt uitleggen waarom dekolonisatie vaak met veel geweld verliep.
- Je kunt drie grote problemen noemen waarmee veel voormalige koloniën te maken kregen.

Slide 2 - Slide

Wat is een kolonie?
Een overzees gebied bestuurd door een ander land.

Slide 3 - Slide

Nationalisme in de koloniën
Rond 1900 ontstonden in veel koloniën in Azië nationalistische bewegingen, na 1945 gebeurde dat ook in Afrika. Deze bewegingen streden voor onafhankelijkheid: een kolonie moest een zelfstandig land worden en bestuurd worden door de inwoners. Niet door Europeanen.

Slide 4 - Slide

Onafhankelijkheid:
Een kolonie moest een zelfstandig land worden en bestuurd worden door de inwoners.

Slide 5 - Slide

Voor dit nationalisme: 2 oorzaken.
1. Inheemse (van het land zelf) jongeren die onderwijs kregen, maakten kennis met Europese ideeën over nationalisme, gelijkheid en democratie. Maar zij hadden in de kolonie juist te maken met grote ongelijkheid.

2. Door de Tweede Wereldoorlog groeide het zelfvertrouwen van Aziaten en Afrikanen, terwijl Europa juist verzwakt raakte. De oorlog maakte duidelijk dat de Europese landen minder machtig waren dan gedacht.

Slide 6 - Slide

Dekolonisatie
Kort na de Tweede Wereldoorlog werden veel koloniën in Azië onafhankelijk. Dat heet dekolonisatie.

Soms gebeurde dat vreedzaam, zoals in India in 1947. De Britten zagen in dat de nationalisten in India niet zouden opgeven en stemden in met onafhankelijkheid.

Slide 7 - Slide

Dekolonisatie:
Het onafhankelijk worden van koloniën.

Slide 8 - Slide

Maken:
2 t/m 4 op pagina 84 en 86.

Slide 9 - Slide

 Dekolonisatie werd gewelddadig:
Waarom?
- De meeste Europese landen wilden hun koloniën niet opgeven vanwege grondstoffen en inkomen.
- Dachten dat de inwoners van de koloniën nog niet in staat waren om zichzelf te besturen. 

Slide 10 - Slide

Oorlog
De dekolonisatie van de Franse kolonie Vietnam liep uit op een oorlog. Dat gebeurde ook in Nederlands-Indië.

In de jaren 1950 kwam de dekolonisatie ook in Afrika op gang. In 1960 werden wel 17 koloniën onafhankelijk (jaar van Afrika).
Soms brak een bloedige oorlog uit, zoals in het Franse Algerije en het Britse Kenia.

Slide 11 - Slide

Jaar van Afrika:
Het jaar 1960 dat in Afrika maar liefst 17 koloniën zelfstandig werden.

Slide 12 - Slide

Dekolonisatie
In Amerika was de dekolonisatie al veel eerder op gang gekomen. Al in 1776 maakten de Verenigde Staten zich na een oorlog los van Groot-Brittannië; rond 1800 werden ook veel Spaanse en Portugese koloniën in Zuid-Amerika onafhankelijk. 

Slide 13 - Slide

De veel kleinere Nederlandse koloniën.
 - Suriname werd in 1975 onafhankelijk. 
- De Nederlandse Antillen horen nog bij Nederland. 
- Wel zijn Aruba, Curaçao en Sint Maarten zelfstandige landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden. 
- Bonaire, Sint-Eustasius en Saba (BES) zijn bijzondere gemeenten.

Slide 14 - Slide

Problemen na dekolonisatie

Rond 1975 waren bijna alle koloniën onafhankelijk. Maar veel van deze nieuwe landen kregen te maken met grote problemen. Vaak waren die problemen een gevolg van de lange Europese overheersing. 

Slide 15 - Slide

3 grote problemen
- De nieuwe landen bleven op economisch (alles met geld) gebied vaak afhankelijk van Europa.
- In veel nieuwe landen ontstonden conflicten tussen de volken die er woonden: zij vochten om de macht of voor een eigen land. 
- In veel nieuwe landen kwam geen democratisch bestuur, maar greep één groep of het leger de macht.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Video