230224 Straattaal

2-Toets Lezen
  • één tekts en 11 vragen
  • 50 minuten
  • Vraag? Steek je vinger op.
  • Klaar? Lever hem in bij mij en ga lezen in je leesboek.

SUCCES! JE KAN DIT!

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

2-Toets Lezen
  • één tekts en 11 vragen
  • 50 minuten
  • Vraag? Steek je vinger op.
  • Klaar? Lever hem in bij mij en ga lezen in je leesboek.

SUCCES! JE KAN DIT!

Slide 1 - Slide

Taalvariatie: vaktaal en straattaal

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van deze les: 

-  weet je wat vaktaal is
- weet je wat straattaal/ jongerentaal is

Slide 3 - Slide

Vakjargon
Elk beroep kent zijn eigen vakjargon. Soms heeft een woord voor verschillende beroepen een andere betekenis.

cel
scheiding
sleutel
schenken

Slide 4 - Slide

Noem nog een ander woord dat twee heel verschillende betekenissen heeft.

Slide 5 - Mind map

Noem een voordeel van vakjargon.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Wat betekent het woord 'wakka'?
#straattaal
A
lopen
B
liedje van Shakira
C
danspas
D
high five

Slide 8 - Quiz

'Vriend' in straattaal is?
A
Sahbi
B
Habibi
C
Mattie
D
Yemmesh

Slide 9 - Quiz

Wat betekent het woord 'fakka'?
#straattaal
A
blanke man
B
bril
C
hoe gaat het?
D
snel rijden

Slide 10 - Quiz

Wat is straattaal?
A
Officiële taal gesproken onder de jongeren waarin meerder etnische woorden worden gebruikt
B
Een jongerentaal
C
Een groepstaal waarbij andere talen zoals Marokkaans, Antilliaans en Surinaams worden vermengd met het Nederlands.

Slide 11 - Quiz

Wat betekent het woord 'barkie'?
#straattaal
A
blaffen
B
50 euro
C
blikje
D
100 euro

Slide 12 - Quiz

Wat betekent het woord 'doekoe'?
#straattaal
A
doeken
B
feest
C
geld
D
auto

Slide 13 - Quiz

Straattaal:
Wat is een ''waggie''?
A
Auto
B
Poging
C
Snoepje
D
Iemand aan zijn onderbroek ophangen

Slide 14 - Quiz

Wanneer is straattaal ontstaan?
A
eind 20e eeuw
B
eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000

Slide 15 - Quiz

Wat betekent de volgende zin?

"Die fissa was tantoe hard, door al die dope pokoes!"
A
Dat feest duurde tot zo laat, door al die dure drankjes!
B
Dat feest was heel leuk, door al die gave nummers!
C
Dat festival liep zo uit de hand, door al die drugs!

Slide 16 - Quiz

Straattaal
Straattaal is een vorm van jongerentaal. Het is een taalvariant die jongeren onderling met elkaar spreken en schrijven. Deze groepstaal verandert continue. Andere talen, zoals het Marokkaans, Antilliaans, Surinaams en Engels worden vermengd met Nederlands. De woorden, maar ook de spelling is anders dan die van de Standaardnederlands.



Slide 17 - Slide

Hoe komt het dat straattaal zo snel verandert?

Slide 18 - Open question

Opdracht
Bekijk het filmpje op de volgende slide.
Wat zeggen deze bejaarden nu eigenlijk? Maak zelf een ondertiteling bij deze reclame in Standaardnederlands.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Welke straattaalwoorden gebruik jij zelf?

Slide 21 - Mind map

Vertel in je eigen woorden wat vaktaal is.

Slide 22 - Open question

Vertel in je eigen woorden wat jongerentaal is.

Slide 23 - Open question