H3 Lezen - 1 november 2022

Je leert vandaag het eerste uur...
... precies te lezen om de hoofdgedachte van de tekst te bepalen én je herkent de inleiding en het slot.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Je leert vandaag het eerste uur...
... precies te lezen om de hoofdgedachte van de tekst te bepalen én je herkent de inleiding en het slot.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Het eerste uur:
- Opfrissen kennis over 'soorten lezen, onderwerp en deelonderwerp'.
- Nieuwe theorie: inleiding, slot en hoofdgedachte
- Maken en bespreken opdracht 4 - blz. 76


Slide 2 - Slide

Hoe bepaal je het onderwerp van een tekst?
Elke tekst gaat ergens over; dat is het onderwerp

Je leest de tekst oriënterend. Het onderwerp vind je door te kijken naar: 
  • naar de titel
  • illustraties
  • tussenkopjes en
  • anders gedrukte woorden

Slide 3 - Slide

Hoe bepaal je de deelonderwerpen van een tekst?
Een tekst is verdeeld in een inleiding, middenstuk en een slot

In het middenstuk (kern) worden verschillende delen van het onderwerp besproken:
  • soms bestaat een deelonderwerp uit één alinea
  • soms vormen meerdere alinea's samen een deelonderwerp. -> Dan staan er vaak tussenkopjes boven de tekst.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Pak je boek Nieuw Nederlands erbij op blz. 72
en maak aantekeningen van de theorie!!

Slide 6 - Slide

Eerste deel van de tekst is de inleiding ->
voorbeeld of anekdote

Laatste deel van de tekst is het slot  -> 
korte samenvatting, een conclusie of een vooruitblik

Hoofdgedachte -> een volledig zin die het belangrijkste samenvat wat er over het onderwerpen wordt geschreven. -> precies lezen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Zelf aan de slag:
- Maak zelf opdracht 4 - blz. 76 (12 min) 
- Klassikaal bespreken na 15 minuten.

- Ben je klaar? Lees dan alvast de theorie
van hoofdstuk 4 op blz. 102.
timer
15:00

Slide 9 - Slide

Uitwerking opdracht 4 - blz. 76
2. alinea 1 en 2 – In deze alinea’s maakt de auteur duidelijk wat het onderwerp van de tekst is: Valentijnsdag.

3. met een voorbeeld waaruit blijkt dat niet iedereen Valentijnsdag waardeert

Slide 10 - Slide

Uitwerking opdracht 4 blz. - 76



5. ‘Een andere Romeinse versie’ (al. 4)
6. want (a) soldaten mochten niet trouwen als ze in dienst.
want (b) soldaten mochten niet afgeleid worden door.
want (c) dat zou nadelig zijn voor de verdediging van het rijk van Claudius.

Slide 11 - Slide

Uitwerking opdracht 4 blz. - 76



Slide 12 - Slide

Uitwerking opdracht 4 blz. - 76



7. De Amerikanen hebben de traditie groot gemaakt / hebben de traditie van kaartjes sturen uitgebouwd tot een groot (commercieel) feest, waarbij mensen elkaar cadeaus geven.
8. (1) Zij deden rond 14 februari goede zaken met het buitenland; (2) Zij wilden dit succes ook in eigen land uitbreiden.

Slide 13 - Slide

Uitwerking opdracht 4 blz. - 76



9. (1) De welvaart nam vanaf het eind van de jaren tachtig toe. 
(2) De Amerikaanse cultuur kreeg in de jaren negentig een prominente plek in Nederland (en werd daardoor een voorbeeld).

10. Nee, zie de laatste zin van de tekst: ‘Uit dezelfde enquête blijkt echter ook dat zelfs degenen die niets gaven, toch stiekem op een kaartje of een bloemetje hoopten – de zwijmelaars!’


Slide 14 - Slide

Uitwerking opdracht 4 blz. - 76



11. Alinea 8 is geen ‘echte’ slotalinea: hij bevat geen herhaling/samenvatting of conclusie. 
Wel sluit de alinea aan bij de inleiding: daar gaat het ook over iemand met een kritische houding ten opzichte van Valentijnsdag.

12. D
 

Slide 15 - Slide

Hoe bepaal je de hoofdgedachte van een tekst en hoe herken je de inleiding en het slot? 

Door de tekst 'precies'  te lezen.

Slide 16 - Slide